Trompetklimmers behoren tot het plantengeslacht Campsis, waarvan enkele soorten en rassen verkrijgbaar zijn. Overeenkomsten tussen de verschillende soorten en rassen zijn de decoratieve, frisgroene, tot 25 cm lange, geveerde bladeren en de bloeiperiode van juli tot september. De trechtervormige bloemen zitten in dichte trossen op de uiteinden van eenjarige scheuten.

  • Campsis radicans is afkomstig uit Noord-Amerika en kan een hoogte van 7-9 m bereiken. De planten klimmen met behulp van zowel de hechtwortels als de slingerende scheuten.Toch verdient het aanbeveling om jonge planten op aan wind blootgestelde plaatsen aan een klimhulp op te binden. De tot 7 cm lange buisbloemen verschijnen met maximaal twaalf stuks in dichte trossen. Ze zijn aan de buitenkant oranje met een scharlakenrode rand en van binnen geel. Het ras ‘Flamenco’ bloeit oranjerood en bijzonder rijk. ‘Flava’ heeft gele bloemen.
  • Campsis x tagliabuana werd ontwikkeld uit C. radicans en de gevoelige Oostaziatische soort Campsis grandiflora. De planten worden slechts 4-6 m hoog, groeien bijna struikachtig en zijn zwakke klimmers. Ze moeten daarom goed aan de klimhulp worden opgebonden. Bijzonder mooi is de uitbundig bloeiende ‘Mme Galen’ met haar grote, oranje, van binnen scharlakenrode bloemen.
Trompetklimmer Eigenschappen

    Bloeiperiode:

      Juni, Juli, Augustus, September

    Bijzonderheden:

      Goeie klimmer

    Standplaats:

      Zon

    Grond:

      Voedselrijk, Humusrijk

    Hoogte tot:

      10 m

    Latijns/wetenschappelijke naam:

      Campsis radicans C. x tagliabuana


    De standplaats van de Trompetklimmer

    Trompetklimmers zijn uitstekende klimplanten. Warme muren bieden ideale groeicondities en worden al gauw onzichtbaar. Vrijstaande latwerken of pergola’s kunnen eveneens in korte tijd door trompetklimmers zijn begroeid, als u voor een voldoende beschutte plaats zorgt. In verplaatsbare plantenbakken met een stabiel latwerk kunnen ze op het balkon of het terras privacy bieden.


    Onderhoud het jaar rond

    Voorjaar Zomer Najaar
    Jonge trompetklimmers kunt u in de tuin planten, zodra er geen vorstgevaar meer bestaat. Dreigt desondanks nog late vorst, dek de planten dan af met folie. Plant ook laag blijvende vaste planten om de voet van de trompetklimmers schaduw te geven. Doodgevroren scheuten verwijderen. Bij droogte heeft uw trompetklimmer een ruime hoeveelheid water nodig. In het najaar uitgebloeide scheuten op drie tot vier ogen terugsnijden. Jonge planten ’s winters met rijshout beschermen.
    Tips bij het kopen Tips van de prof Licht en grond Problemen
    Koop in het voorjaar krachtige, gezonde container-planten die aan een klimhulp zijn opgekweekt. Koop nooit planten die een zwakke of zieke indruk maken. Neem ook geen planten waarvan de wortels al uit de container groeien. Enig geduld met de planten is noodzakelijk. De eerste bloemen verschijnen pas na ongeveer zes jaar. In een plantenbak aan een latwerk klimmend, bieden trompetklimmers op aantrekkelijke wijze bescherming tegen inkijk. Zon. Trompetklimmers hebben een zonnige, warme beschutte plaats nodig. De voet van de planten moet in de schaduw staan. Voedselrijke, humusrijke grond, die kalkhoudend mag zijn. De grond mag niet te sterk uitdrogen. Bij aanhoudend droog weer of als de planten te veel stikstof krijgen, kunnen bladluizen optreden. Deze kleine, groene of zwarte insecten zuigen aan de jonge scheuten en knoppen, die uiteindelijk misvormingen gaan vertonen. Aangetaste planten kunt u met een oplossing van zachte zeep en spiritus behandelen.