Met de naam bamboe worden meer dan duizend soorten van verschillende plantengeslachten aangeduid. Typerend voor deze tropische grassen zijn de holle, houtig wordende halmen met verdikte knopen en de smalle, altijd groene bladeren. Alle soorten groeien uit wortelstokken, die uiteenlopend sterk woekeren. Curieus is het feit dat bamboe slechts een keer bloeit, vaak pas na twintig jaar of nog later. Daarna sterft de plant af.
- Fargesia. Tot dit geslacht hoort de klassieke tuinbamboe (F. murielae), die bij ons in de laatste jaren in bloei staat. Ook de rassen van F. nitida staan op het punt om te gaan bloeien. De planten zijn daarom nauwelijks verkrijgbaar.
- Phyllostachys. De prachtige planten van dit geslacht bereiken een hoogte van 2-7 m en zijn goed in staat om Fargesia in de tuin te vervangen. Aan te bevelen zijn bijvoorbeeld P. flexuosa, P. aureosulcata, P. nigra met het ras ‘Boryana’ en P. nigra var. henonis. Sterk woekerende planten als P. aurea met de rassen ‘Holochrysa’ en ‘Koi’ zijn zeer geschikt voor de teelt in kuipen.
- Pleioblastus. Dit geslacht telt vooral veel laagblijvende bamboes, bijvoorbeeld P. chino (1-2 m), P. humilis var. pumilus (0,5-1,2 m), P. auricomus (0,5-2 m) en met slechts 30 cm hoogte P. pygmaeus en P. variegatus met wit gestreepte bladeren.
Eigenschappen
|
De standplaats van de Bamboe
Om de juiste plantenkeuze te kunnen maken, kunt u advies vragen in het tuincentrum of op de kwekerij. In een Japanse tuin mag bamboe uiteraard niet ontbreken. Een passende omgeving zijn grindbedden, enkele opvallende stenen, vijvers of waterbassins, plaveisels of een gazon. Aan de tuinvijver is een solitair geplante bamboe altijd een blikvanger. Als bescherming tegen inkijk komen vooral de hoge soorten in aanmerking. Als bodembedekkers en onder beplanting zijn de laagblijvende soorten en rassen geschikt. In grote kuipen geplant, zorgt bamboe voor aantrekkelijk en mooi groen op het balkon of het terras.
Onderhoud het jaar rond
Voorjaar | Zomer | Najaar |
Afgestorven halmen dicht boven de grond afsnijden. Geef de planten een volledige mestsoort. Vanaf mei jonge bamboe planten. Oude pollen door deling vermeerderen of bewortelde uitlopers aan de rand uitgraven. De uitlopers planten. | Bij droogte regelmatig water geven. Een keer per maand bij mesten, maar vanaf augustus niet meer. | Vooral jonge planten kunnen bij vorst zonder sneeuw bevriezen. Dek de wortelzone af met bladeren of bescherm de planten met matten van stro of met riet. |
Tips bij het kopen | Tips van de prof | Licht en grond | Problemen |
Koop in het late najaar containerplanten met veel krachtige, dicht bebladerde scheuten. Koop nooit planten met slechts weinig, schaars bebladerde stengels. Dit kan een teken zijn van water en voedselgebrek. | Een aantal bamboesoorten gedijt ook in kuipen op het terras. Ook in de winter heeft bamboe water nodig, maar wel op vorstvrije dagen. De planten beschermen zich tegen kou door de bladeren op te rollen. | Volle zon tot lichte halfschaduw. Geef bamboe een warme en tegen de wind beschutte standplaats. Doorlatende, voedselrijke grond die gelijkmatig vochtig moet zijn, maar zeker niet doornat. Voorkom stilstaand water. | Bamboe is nauwelijks gevoelig voor ziekten en plagen. In een strenge winter echter kunnen de bladeren en halmen schade oplopen. Doodgevroren stengels afsnijden, zodat de planten opnieuw kunnen uitlopen. Van kuipplanten kunnen de wortelstokken doodvriezen. |