Tot de beide brem geslachten behoren giftige, rijkbloeiende struiken met meestal zoet geurende bloemen.
Onder de benaming brem vallen twee verwante plantengeslachten met talrijke soorten en rassen. De planten bloeien overwegend geel, minder vaak ook rood of wit. De soorten van Cytisus bloeien doorgaans in mei en juni, terwijl de Genista soorten zomerbloeiers zijn met een bloeiperiode tussen juni en augustus.
- De hoge soorten van Cytisus kunnen een hoogte van 2 m bereiken. Daartoe behoort ook Cytisus x praecox, die ook voorjaarsbrem wordt genoemd en door de vroege bloeiperiode in april en mei wat afwijkt van de overige. De rassen van de bezembrem (Cytisus Scoparius Groep) bloeien in mei en juni, sommige zelfs tweekleurig. Een aantal van deze rassen is niet geheel winterhard. Ze worden alle 1-2 m hoog.
- Lage Cytisus soorten zijn Cytisus x beanii en Cytisus decumbens. Deze bloeien beide geel. Cytisus x kewensis bloeit wit tot lichtgeel. Cytisus purpureus wordt tegenwoordig tot een ander geslacht gerekend en heet nu Chamaecytisus purpureus. De planten bloeien in mei en juni purperrood tot roze.
- Van de talrijke Genista soorten (heidebrem) zijn er in de tuin vooral drie te vinden, die alle geel bloeien, laag blijven en breed vertakt groeien. De pijlbrem (Genista sagittalis) is met 20-30 cm hoogte de sierlijkste. De planten worden 60 cm breed en bloeien in juni en juli. Genista lydia wordt tot 50 cm hoog en heeft doornen op de toppen van de scheuten. Deze soort bloeit vroeger dan de andere, namelijk in mei en juni. De verfbrem (Genista tinctoria) bereikt een gemiddelde hoogte van ongeveer 80 cm en werd vroeger als verfplant gebruikt.
 |
Eigenschappen
Bloeiperiode:
Bijzonderheden:
Standplaats:
Grond:
Hoogte tot:
Latijns/wetenschappelijke naam:
|
De standplaats van de Brem
De planten van beide brem geslachten zijn beperkt winterhard en reageren gevoelig op kalk. Ze hebben losse, zandige grond nodig. Een heidetuin biedt uiteraard beide geslachten zeer gunstige condities. Maar ook een rotstuin of een border met steppeplanten hebben de benodigde doorlatende grond. Voor muurkappen en glooiingen zijn met name de lage soorten geschikt. In vrijstaande hagen vinden de hoge Cytisus soorten een beschutte standplaats. Ze belonen u door een bijzonder rijke bloei. In kuipen en plantenbakken kunt u alle laagblijvende soorten uitstekend combineren met dwergconiferen of met heideplanten.
Onderhoud het jaar rond
| Voorjaar | Zomer | Najaar |
| De beste tijd om brem te planten is vanaf april. Verwijder bij ingewortelde, oudere planten alle doodgevroren en afgestorven takken. | Kort de scheuten van de hoge Cytisus soorten in, zodat de planten goed vertakt en vol groeien. Beperk u daarbij tot de uitgebloeide scheuten. De bloemen van het volgende jaar verschijnen op de jonge scheuten die pas in de zomer groeien. | Dek de wortelzone af met bladeren en bescherm de niet geheel winterharde planten bovendien met takken. |
| Tips bij het kopen | Tips van de prof | Licht en grond | Problemen |
| Koop uitsluitend jonge planten die in containers zijn opgekweekt. Koop nooit grote of oude bremplanten. Zie ook af van brem zonder kluit. Deze wortelt in de meeste gevallen slecht of zelfs helemaal niet. | Laagblijvende brem kunt u goed op glooiingen planten. Daar gaan ze erosie tegen en vormen ze prachtig bloeiende tapijten. Brem is voor mensen giftig, maar voor konijnen een lekkernij. Bescherm de planten tegen wildvraat. | Zon. Brem heeft een zonnige, warme en tegen vorst beschutte standplaats nodig. Doorlatende grond. Brem voelt zich thuis in zandige, licht zure grond. Op twee soorten na, zijn de planten niet bestand tegen kalk. | Zwartbruine vlekken op de bladeren en scheuten van Cytisus en Genista duiden op een aantasting door de bladvlekkenziekte. De bladeren vallen dan af. De planten kunnen afsterven. Verwijder aangetaste scheuten en behandel de planten met een fungicide. |
