De soorten van het plantengeslacht Parthenocissus worden wilde wingerd genoemd. De twee bladverliezende soorten die hier besproken worden, kunnen grote vlakken begroeien. In het najaar hebben ze prachtig gekleurde bladeren.
Parthenocissus quinquefolia
Heeft op handen lijkende, vijftallige bladeren en hier en daar hechtschijven op de uiteinden van de scheuten. Daarmee kan de plant zich in principe zelfstandig aan een ondergrond hechten. Vaak echter hangen de zeer lange scheuten omlaag. Betrouwbaarder als gevelklimmer is het goed hechtende ras ‘Engelmannii’, dat met gemak een hoogte van 10 m kan bereiken.
Parthenocissus tricuspidata
Heeft drietallige, klimopachtige bladeren, die minder diep zijn ingesneden dan die van bovengenoemde soort. Iedere scheut heeft hechtschijven, zodat de plant zelfs op gladde gevels houvast vindt. In de handel zijn diverse rassen verkrijgbaar. ‘Green Spring’ heeft grote, sterk glanzende bladeren. ‘Veitchii’ is wellicht het bekendste ras, waarvan nog twee andere selecties bestaan, namelijk de kleinbladige ‘Veitch Boskoop’ en de snelgroeiende ‘Veitchii Robusta’.
Eigenschappen
Bloeiperiode:
Bijzonderheden:
Standplaats:
Grond:
Hoogte tot:
Latijns/wetenschappelijke naam:
|
De standplaats van de Wilde wingerd
Beide hier genoemde soorten wilde wingerd gedijen onder vrijwel alle lichtomstandigheden. Maar alleen op een zonnige plaats krijgen de bladeren in het najaar de mooie kleuren. De grond moet los, humus- en voedselrijk zijn en mag nooit uitdrogen. Bedenk bij het kiezen van een standplaats dat wilde wingerd snel en krachtig groeit. Beide soorten begroeien een muur zeer snel, waarbij Parthenocissus quinquefolia in het begin een klimhulp nodig heeft. Voor grote gevels wordt Parthenocissus tricuspidata aanbevolen. Deze soort kan in twee jaar zonder klimhulp een hoogte van 15 m bereiken. Voor grote pergola’s kunt u beter Parthenocissus quinquefolia kiezen, die minder sterk hecht. De plant heeft binnen een jaar de pergola begroeid en laat dan aan de achterkant de scheuten omlaag hangen. Dit zorgt snel voor bescherming tegen wind en inkijk. Ook voor hekken en schuttingen is Parthenocissus quinquefolia beter geschikt, juist vanwege de minder sterke hechtkracht.
Onderhoud het jaar rond
Voorjaar | Zomer | Najaar |
Dit is een gunstige tijd om te planten. Wilde wingerd in containers kunt u echter het hele jaar planten. Verdeel rond de wortels van oudere planten organisch minerale mest en compost. | Laat de grond om de planten niet uitdrogen en geef regelmatig water. Dek de wortelzone af met versnipperde boomschors. Geef in juni nog een keer mest. | Stekken schuin afsnijden, de bladeren verwijderen en in potten onder doorzichtig plastic laten wortelen. Dek de wortelzone van bestaande planten voor de winter af met compost. |
Tips bij het kopen | Tips van de prof | Licht en grond | Problemen |
Koop wilde wingerd zo mogelijk als containerplant en Parthenocissus tricuspidata bij voorkeur veredeld op een onderstam. Deze soort groeit dan bijzonder krachtig en snel. Koop nooit kluitplanten met zwakke scheuten. | Wilde wingerd kan ook een balkon begroeien. Zet de planten dan in grote kuipen met gewone potgrond. Planten in kuipen hebben in de winter bescherming nodig. Bij droogte moet u op vorstvrije dagen ook water geven. | Zon tot halfschaduw. Wilde wingerd gedijt ook in de schaduw. Maar hoe zonniger de standplaats, hoe mooier de kleur van de bladeren in het najaar. Doorlatende, humusrijke grond. Licht vochtige grond bevordert de groei. | Als de grond lange tijd droog is, kunnen met name de toppen van de wilde wingerd door bladluizen worden aangetast. Spuit de luizen enkele keren met een stevige straal water weg. Is dit niet afdoende, dan behandelt u de plant met een oplossing van zachte zeep en spiritus. |