De trompetboom is thuis in het Zuidoosten van Noord-Amerika en heeft een beschutte standplaats nodig. Vooral jonge bomen zijn zeer vorst gevoelig. Met toenemende leeftijd echter neemt de winterhardheid toe.

De zuivere soort groeit op tot een middelgrote, tot 15 m hoge boom met een brede kroon. De dikke, hartvormige wortels geven de boom niet veel houvast, zodat de stam vaak scheef staat door de wind. Met toenemende leeftijd krijgt de schors scheuren in de lengte en wordt korstig.

De bladeren kunnen tot 20 cm lang worden en zijn hart- tot eivormig. Ze verspreiden een onaangename geur als ze tussen de vingers worden gewreven. De bladeren lopen laat uit, worden in het najaar geel en vallen dan snel af.

De bloemen verschijnen in juni en juli. De licht scheve klokjesvorm doet wat aan vingerhoedskruid denken. De bloemen zijn wit met gele strepen en hebben purperen vlekken in de keel. Ze geuren zwak en zitten in tot 20 cm lange, vertakte pluimen bij elkaar.

De vruchten zijn vanaf september te zien. Het zijn potlood dikke, tot 40 cm lange doosvruchten die op peulen lijken, eerst groen, later bruin. Ze blijven na de bladval aan de bomen hangen en verfraaien deze tot in de winter.

Het ras ‘Nana’ onderscheidt zich in hoge mate van de zuivere soort. De boom wordt slechts 2-3 m hoog en heeft aanvankelijk een bolronde kroon. Met toenemende leeftijd wordt de kroon steeds platter en kan tot 2 m breed worden. De bladeren zijn kleiner dan die van de zuivere soort. ‘Nana’ bloeit niet.

Trompetboom Eigenschappen

    Bloeiperiode:

      Juni, Juli

    Bijzonderheden:

      Geurend

    Standplaats:

      Zon

    Grond:

      Voedselrijk, Diepgrondig

    Hoogte tot:

      15 m

    Latijns/wetenschappelijke naam:

      Catalpa bignonioides

    De standplaats van de Trompetboom

    Een trompetboom komt in de tuin mooi uit als solitair. Zorg in ieder geval voor een zo beschut mogelijke standplaats. Op het gazon kan hij zijn schoonheid volledig ontplooien, met kleurrijke hoogtepunten in de bloeiperiode en in het najaar. Als kuipplant is ‘Nana’ een aparte verschijning, die uw terras of uw entree op bijzondere wijze kan verfraaien.

    Onderhoud het jaar rond

    Voorjaar Zomer Najaar
    Plant trompetbomen pas als er geen strenge vorst meer is te verwachten. Bedek de wortelzone met mulch. In kuipen overwinterde bomen weer uitpakken of van binnen naar buiten verhuizen. In perioden van droogte veel water geven. Alternatieve plant tijd voor streken met zachte winters. De wortelzone van de boom dik met mulch bedekken. Kuipplanten op platen van hout of styropor zetten, de kuipen met noppenfolie beschermen. C. bignonioides ‘Nana’ bij vorst beschermen, of de kuip binnenshuis laten overwinteren.
    Tips bij het kopen Tips van de prof Licht en grond Problemen
    Koop in het voor- of najaar een goed vertakte jonge boom met de kluit in een doek of kies een trompetboom als containerplant. Koop nooit een boom met verdroogde scheuten. Neem ook geen jonge boom die krom groeit. Als kuipplant is het ras ‘Nana’ zeer geschikt. Combineer de kleine boom met overhangende planten. Zo is de kuipwand beschermd tegen oververhitting. De eerste bloemen op trompetbomen verschijnen pas na ongeveer tien jaar. Zon. Trompetbomen geven de voorkeur aan een standplaats in de volle zon, die beschut is tegen strenge vorst en al te veel wind. Diepe, voedselrijke grond. Deze mag geen overtollig water vasthouden, maar mag ook niet te droog zijn. Gefranjerde, gescheurde bladeren zijn een teken dat de boom door hevige wind schade heeft opgelopen. De relatief grote bladeren vangen makkelijk wind. Plant de trompetboom daarom op een door de wind beschutte plaats of zorg voor bescherming met behulp van andere struiken.