Duindoorn (Hippophae rhamnoides) is oorspronkelijk thuis aan de kust en in rivierbeddingen. Deze houtige gewassen zijn tweehuizig, dat wil zeggen dat de planten of mannelijke of vrouwelijke bloemen dragen. Alleen de vrouwelijke exemplaren krijgen vruchten en uitsluitend als er ook struiken met mannelijke bloemen in de buurt staan. Als u vruchtenten wilt oogsten, moet u dus bij het kopen naar het geslacht van de planten vragen en een ‘stelletje’ kopen. Wilt u een haag planten, dan is één mannelijke duindoorn voldoende voor vijf of zes vrouwelijke.De onopvallende, gelige bloemen verschijnen tussen maart en begin mei op het tweejarige hout. Vanaf augustus rijpen dan de oranje schijnbessen, die bijzonder mooi met de smalle, grijsgroene bladeren contrasteren.
Duindoornstruiken kunnen veelzijdig worden toegepast. Aangezien ze in symbiose met zwammen leven en ten wilt oogsten, moet u dus bij het kopen naar het geslacht van de planten vragen en een ‘stelletje’ kopen. Wilt u een haag planten, dan is één mannelijke duindoorn voldoende evenals peulgewassen in de wortels stikstof kunnen opslaan, gedijen ze ook in schrale grond. Ze zorgen deels voor hun eigen voeding. Door het uitgebreide wortelsysteem en
de vele uitlopers, zijn de planten uitermate geschikt om erosie tegen te gaan. Ze passen goed in hagen die als beschutting tegen de wind dienen, ze gedijen in kuipen op het terras en zijn aantrekkelijk voor vogels. U kunt duindoorn gemakkelijk vermeerderen door worteluitlopers, die u van de moederplant afsnijdt.