Meloenen hebben doorgaans zeer veel licht en warmte nodig. Er zijn echter ook rassen die in ons klimaat gedijen. Ze hebben lange, rankende scheuten waaraan de vruchten ontstaan.
Eigenschappen
|
Suikermeloenen (Cucumis melo) worden in twee groepen ingedeeld: cantaloup en netmeloenen. De eerste hebben een wit- tot geelgroene, gladde, deels geribde schil en oranje tot rood vruchtvlees. De schil van net meloenen lijkt met kurk te zijn overtrokken. Het vruchtvlees is lichtgroen en aromatisch.
De meest voorkomende suikermeloen rassen:
- Haon: Middelgrote, ronde vruchten; groene schil met gele spikkels; groen, sappig vruchtvlees; zeer aromatische en zoete smaak.
- Oranje Ananas: Middelgrote vruchten; geelwitte schil met rode vlekken; oranje vruchtvlees; ananasachtige, zeer aromatische smaak.
- Witte Suiker: Middelgrote vruchten; zachtgroene schil; groen, sappig vruchtvlees; zeer goede, zoete smaak.
- Ogen: Ronde, middelgrote vruchten; groene schil met lichte strepen; lichtgroen, zeer sappig vruchtvlees; aromatisch zoete smaak.
- Galia: Middelgrote, ronde, vroeg rijpende vruchten; gele schil; bleekgroen, sappig, stevig vruchtvlees; aromatische smaak.
- Fusano: Kleine, bolronde, uniforme vruchten; gelig witte schil met groene strepen; donkeroranje vruchtvlees; zoete smaak.
- Pedro: Grote, ovale vruchten; eerst groene, later goudgele schil; stevig, wit vruchtvlees; uitstekende, aromatische smaak.
- Pancha: Middelgrote, bolronde vruchten; groengele schil met groene strepen; oranje vruchtvlees; zeer zoete smaak.
Watermeloenen (Citrullus lanatus) hebben nog meer warmte nodig. In West-Europa gedijen ze eigenlijk alleen in wijnbouwgebieden. Wilt u het proberen, dan moet u tegenvallers incalculeren. De grote vruchten hebben een glanzende, groene schil, rood vruchtvlees en verschijnen aan de toppen van de scheuten.
De meest voorkomende watermeloen rassen:
- Crimson Sweet : Grote, ronde tot ovale vruchten; glanzende, donkergroene schil; dieprood, sappig vruchtvlees; zeer zoete smaak.
- Sugar Baby : Grote, ronde vruchten; glanzend donkergroene schil; donkerroze, sappig vruchtvlees; zoete smaak.
- Charleston Gray : Zeer grote, langwerpige vruchten; grijsgroene schil; helderrood, sappig vruchtvlees; uitstekende smaak.
- Red Honey : Grote, ronde vruchten; glanzende, donkergroene schil; helderrood, sappig vruchtvlees; aromatische, zoete smaak.
Weterswaardig
Meloenen moeten rijp worden geoogst om hun aroma te kunnen ontplooien. Netmeloenen zijn rijp als ze een aromatisch zoete geur verspreiden, de stengel begint te verschrompelen en de schil rond de inplant van de stengel scheuren vertoont. Cantaloupmeloenen zijn rijp als de schil lichter van kleur wordt en het blad tegenover de stengel geel wordt. Watermeloenen zijn rijp als kloppen tegen de vrucht een holle, doffe klank veroorzaakt. Bovendien kleurt de vrucht geel waar die op de grond ligt en de eerstvolgende rank begint te verwelken.
Onderhoud het jaar rond
Voorjaar | Zomer | Najaar |
Zaai half maart in een schaal. Op de vensterbank bij 20°C laten kiemen. Als de eerste bladeren verschijnen, de zaailingen in potten van 10 cm verspenen en de kiembladeren met aarde bedekken. De planten begin mei afharden, in de tweede helft van mei planten (afstand 80-100 cm). Tot juni met kapjes of tunnels van folie tegen vorst beschermen. | Bij suikermeloenen de hoofdscheut na het vijfde, zijscheuten na het derde blad toppen. | Vruchten op niet op de grond laten liggen, maar bv. op blikjes leggen , zodat ze niet rotten. |
Tips bij het kopen | Tips van de prof | Licht en grond | Problemen |
Koop vers zaad van rassen die geschikt zijn voor de streek waar u woont. Koop nooit oud zaad, omdat dit slecht kiemt. Gebruik ook geen zaad van gekochte meloenen. De vruchten zullen in de meeste gevallen slecht gedijen. | U kunt plaats sparen door suikermeloenen aan een latwerk te kweken. Zware vruchten moet u met een net ondersteunen. Zwarte mulchfolie bevordert de groei. Snij de folie op de plant plaatsen kruislings in. | Zon. Meloenen hebben een zonnige, zeer warme en tegen de wind beschutte standplaats nodig. In streken met een ruw klimaat kunt u ze beter onder tunnels van folie of in een kas kweken. Doorlatende grond met veel humus en voedsel. | Mozaïekachtige, gele vlekken op de bladeren duiden op het mozaïekvirus. Dit virus, waartegen geen werkzame middelen bestaan, wordt door bladluizen overgebracht. Deze moet u daarom zo snel mogelijk bestrijden. Vernietig ernstig aangetaste planten. |