Lupinen behoren tot de Vlinderbloemen familie (Leguminosae). Ze kunnen een hoogte van 1 m bereiken. Lupinen zijn in staat om met behulp van bacteriën stikstof uit de lucht te halen en deze op te slaan in kleine knolletjes die op de wortels zitten. Vanwege deze eigenschap behoren ze tot de bodem verbeterende planten. Ze hebben zelf geen stikstof nodig.
De bloeiwijzen kunnen tot 60 cm hoog worden. Ze bestaan uit afzonderlijke vlinderbloemen die bloeien in witte, gele, oranje, roze, rode, violette, blauwe en zwartblauwe tinten. De hoofdbloei periode is in mei of juni. Als de planten na de bloei ver worden teruggesneden, volgt er in september of oktober nog een tweede, zij het wat zwakkere nabloei. Zware bloemtrossen moet u ondersteunen.
De bladeren zijn eveneens zeer aantrekkelijk. Ze zijn uit negen tot vijftien lancetvormige blaadjes samengesteld. De onderkant is licht behaard.
De kweekvormen van de Engelsman George Russell zijn binnen de Polyphyllus Groep bijzonder mooi. De bloeiwijzen zijn opvallend groot en bloeien in stralende kleuren. De stengels zijn sterk en groeien rechtop. De planten zijn vol en gelijkmatig van vorm.
Eigenschappen
Soort:
Bloeiperiode:
Bijzonderheden:
Standplaats:
Grond:
Hoogte tot:
Latijns/wetenschappelijke naam:
|
De standplaats van de Lupine
Lupinen verdienen een plaats in elke border met vaste planten en passen ook uitstekend in een landelijke tuin. Daarnaast zijn het lang houdbare snijbloemen. Ze hebben een zonnige standplaats nodig met zand en humushoudende grond. Lupinen verdragen geen sterk bemeste en kalkhoudende grond. De beste plaats in borders en op bedden is in het midden of op de achtergrond. Omdat ze na de eerste bloei worden teruggesneden, laten ze dan geen lelijke gaten achter in de aanplanting. In een landelijke tuin komen de planten mooi uit als ze tegen het tuinhek zijn geplant. Let op als u kleine kinderen hebt! Lupine zaad bevat giftige alkaloïden en moet te allen tijde buiten het bereik van kinderen worden gehouden.
Onderhoud het jaar rond
Voorjaar | Zomer | Najaar |
Dit is een gunstige tijd om lupinen te planten. Een kleine hoeveelheid volledige meststof rondom de planten door de grond werken. | Planten met zware bloemtrossen ondersteunen. Na de bloei de planten in juni ver terugsnijden en mest in een lage concentratie geven. Bij droogte gieten en de grond met natuurlijk materiaal afdekken. | Bloeiende planten met stokken ondersteunen. Voor het invallen van de vorst terugsnijden. In de winter met bladeren of versnipperde boomschors afdekken. |
Tips bij het kopen | Tips van de prof | Licht en grond | Problemen |
Koop in het voorjaar jonge lupinen in potten van 10 cm doorsnee. De planten moeten krachtige scheuten en frisgroene bladeren hebben. Koop nooit lupinen met zwakke scheuten of met bruinachtige bladeren. | Lupinen kunt u ook zaaien. Maak de harde schil van de zaden met een nagelvijl wat dunner en laat het zaad voor het zaaien enkele uren in water weken. Bind jonge planten met zacht band op aan stokjes. | Zon. Lupinen gedijen het beste op een zonnige en warme standplaats in uw tuin. Doorlatende, licht zure grond. Verrijk zware grond met compost en zand. Werk in geen geval veel mest of kalk door de grond. | Lupinen kunnen af en toe door Sitona lineatus worden aangevreten. De aanwezigheid van deze gestreepte kever blijkt uit de ronde vraatsporen aan de bladranden. De larven vreten aan de wortelstokken. Jonge kevers tussen juni en september verzamelen. |