De Sneeuwbal behoord tot het plantengeslacht Viburnum die twee altijd groene soorten kent, die afkomstig zijn uit de bossen van China. Ze geven de voorkeur aan een standplaats met halfschaduw. Bij koud weer en droogte hangen de bladeren vaak slap omlaag, net als bij rhododendrons. Bij flinke vorst kan ook af en toe bladval optreden.
Viburnum rhytidophyllum groeit strak rechtop en wordt tot 4 m hoog. De struik heeft donkergroene, tot 20 cm lange, op tongen lijkende, spits toelopende bladeren, die aan de bovenkant gerimpeld en aan de onderkant grijsviltig behaard zijn. De grote, roomwitte bloemen verschijnen in mei en juni en bestaan uit vlakke bijschermen op de toppen van de scheuten. De rode, giftige, besachtige vruchten ontwikkelen zich vanaf september. Met toenemende rijpheid verkleuren ze zwart.
Viburnum davidii groeit vlak en breeduit en wordt slechts 30-50 cm hoog. Deze soort is wat vorstgevoelig en heeft een beschutte plaats en ’s winters een beschermende laag van takken nodig. De bladeren zijn iets kleiner, maar even stevig als die van zijn soortgenoten en hebben opvallende nerven. De roze met witte bloeiwijzen verschijnen in juni. Vanaf september ontwikkelen zich de giftige, donkerblauwe, licht berijpte vruchten.
Eigenschappen
|
De standplaats van de Sneeuwbal
Als solitair is vooral Viburnum rhytidophyllum geschikt, die eenmaal op leeftijd een interessante, gedraaide groeiwijze met overhangende scheuten ontwikkelt. In heestergroepen maken beide soorten goede sier. Ze zijn in combinatie met bladverliezende houtige gewassen ook in de winter een lust voor het oog. In een vrijstaande haag is vooral Viburnum rhytidophyllum op zijn plaats. Deze plant kan hier zorgen voor enige afwisseling. Voor een halfbeschaduwde border is Viburnum davidii een uitstekende keuze en kan er de permanente basis voor een gemengde beplanting vormen. In kuipen en bakken gedijt Viburnum davidii eveneens zeer goed en biedt zelfs ’s winters op het balkon en terras bescherming tegen inkijk.
Onderhoud het jaar rond
Voorjaar | Zomer | Najaar |
Plant sneeuwballen, zodra de grond weer vorstvrij is. Geef royaal water. Dun oude struiken wat uit. | Geef in perioden van droogte royaal water.Vermeerder de struiken door afleggers. Daarvoor een scheut naar de grond buigen, vastmaken, aanaarden en gieten. Zodra er wortels zijn ontstaan, kunt u de aflegger van de moederplant lossnijden. | Geef de struik, zoals alle groenblijvende planten, voor de eerste vorst royaal water. Giet ook in de winter als de grond vorstvrij is. Dek de gevoelige Viburnum davidii af met takken. |
Tips bij het kopen | Tips van de prof | Licht en grond | Problemen |
Koop uitsluitend compacte, stevig gegroeide, gezonde sneeuwbalplanten in containers of met de wortelkluiten in een doek. Koop nooit planten zonder kluit. Neem ook geen planten met weinig of met gele scheuten. | Viburnum davidii blijft laag en gedijt ook goed op beschermde plaatsen in kuipen of plantenbakken. Dun de struiken om de twee tot drie jaar wat uit, zodat de kruin niet te dicht wordt en er talrijke bloemen kunnen ontstaan. | Halfschaduw. De altijdgroene sneeuwbal geeft de voorkeur aan een plaats in de halfschaduw. In de winter kan de heester in de felle zon uitdrogen. Humusrijke, doorlatende grond, die licht zuur tot licht kalkhoudend mag zijn. | Bladwantsen zijn ongeveer 1 cm groot, meestal groen van kleur en dragen op de rug een driehoekig schild. Ze zuigen het sap uit de planten. Aangetaste planten hebben misvormde bladeren, de bloemen gaan niet open. In de koele ochtenduren kunt u de nog stijve diertjes van de plant verzamelen. Meestal echter doen vogels dit. |