Rotsheide soorten zijn elegante, altijd groene struiken die in de halfschaduw en in kalkvrije, zure, humusrijke grond uitstekend gedijen. De geurende bloemen verschijnen van eind maart tot mei in dichte, hangende of staande pluimen. Afhankelijk van het ras zijn de bloemen crème wit of roze. De vorm doet enigszins aan Lelietjes van dalen (Convallaria majalis) denken. Na de bloei ontstaan decoratieve, grijsbruine vruchten, die u beter weg kunt halen om de groei van de planten te bevorderen. De altijdgroene, lancetvormige bladeren hebben gezaagde randen.

  • Pieris floribunda groeit breed en traag en kan 1-2 m hoogte bereiken. De witte bloemen verschijnen in staande pluimen op de uiteinden van de scheuten. De bladeren zijn ovaal en matgroen.
  • Pieris japonica ontwikkelt zich tot een brede, opgaande, 2-3 m hoge struik met licht overhangende scheuten. Kenmerkend voor deze soort zijn de hangende bloempluimen en 3-8 cm lange, glanzend donkergroene bladeren, die bij het uitlopen roodachtige tinten hebben. De zuivere soort heeft crème witte bloemen. Er bestaan talrijke rassen, die alle lager blijven en in witte of roze tinten bloeien.

Witbloeiende rassen zijn ‘Forest Flame’ (0,8-1 m, intens bruinrood uitlopend, vorstgevoelig), ‘Splendens’ (1-1,5 m, bruinrood uitlopend), ‘Variegata’ (0,8-1 m, wit getekende bladeren, onopvallende bloemen), ‘Flaming Silver’ (tot 1,2 m, gelig wit gerande bladeren die rood uitlopen, bijzonder attractief), ‘Mountain Fire’ (tot 1,5 m, bruinrood uitlopende bladeren, later donkergroen), ‘Purity’ (40-60 cm, lichtgroene bladeren, late bloei), ‘Red Mill’ (tot 1,6 m, bruinrood uitlopend, winterhard, zwakke bloei), ‘White Cascade’(tot 1,5 m, grote bloempluimen, zeer rijke bloei).

Rozebloeiende rassen zijn ‘Flamingo’ (tot 1,2 m, donkerroze bloemen), ‘Valley Rose’ (tot 1,2 m, zachtroze) en ‘Rosalinda’(tot 1,2 m, lichtroze, rijke bloei).