Acacia’s zijn sterk en groeien uit tot een boom of struik. Ze gedijen in bijna elke grondsoort, maar hebben wel veel licht nodig en een beschutte standplaats. Ze zijn zeer windgevoelig en breken gemakkelijk.

Robinia pseudoacacia, de gewone acacia, kan snel 20-25 m hoog worden en ziet er toch steeds luchtig en elegant uit. Vaak ontwikkelt ze al vanaf de grond meerdere stammen en vormt ze later een schermachtige kroon. In juni zien de 20 cm lange, witte, zoetgeurende trossen met vlinderbloemen er heel decoratief uit. Ook de oudere bomen met de diepe scheuren in de schors zijn mooi. De lichtgroene, geveerde blaadjes verschijnen pas laat in het voorjaar aan de sterk met doornen begroeide takken. Ze vallen er pas aan het einde van het najaar af. Na de bloei ontstaan platte peulen die de kale takken in de winter tooien.

Van de gewone acacia zijn talrijke rassen verkrijgbaar: ‘Bessoniana’ groeit kegelvormig, bloeit zelden en ontwikkelt zich tot een 20-25 m hoge boom met steil naar boven reikende takken. ‘Pyramidalis’ heeft een smalle, zuilvormige groeivorm en wordt 10 tot 12 m hoog. ‘Umbraculifera’ wordt slechts 4-6 m hoog en groeit uit tot een fraaie boom met een bolvormige kroon. In het najaar nemen de bladeren een prachtige gele kleur aan. Wat de kleur betreft, is ook ‘Frisia’ zeer aan te bevelen, met haar goudgele bladeren aan takken met wijnrode doornen en een hoogte van 5-8 m. ‘Tortuosa’ bereikt een hoogte van 8-10 m en valt op door de kurketrekker achtig gedraaide takken.

Robinia x margaretta ‘Casque Rouge’ wordt ongeveer 15 m hoog en heeft takken en scheuten zonder doornen, met donkergroene bladeren. Deze boom bloeit van juni tot augustus met 20 cm lange, roze- tot lilarode bloemtrossen.

Robinia hispida wordt ruwe acacia genoemd en bloeit in juni met roze bloemen. De scheuten zijn dicht begroeid met rode haren. Deze soort groeit struikachtig en wordt slechts 1,5-2,5 m hoog. Iets steviger is de donkerroze, roodbruin behaarde ‘Macrophylla’. Ruwe acacia’s hebben een warme, beschutte plaats nodig.

Acacia Eigenschappen

    Bloeiperiode:

      Afhankelijk van soort, Mei, Juni, Juli, Augustus, September

    Bijzonderheden:

      Gemakelijk te verzorgen, Geurend

    Standplaats:

      Zon

    Grond:

      Doorlatend, Matig droog

    Hoogte tot:

      20 m

    Latijns/wetenschappelijke naam:

      Robinia

    De standplaats van de Acacia

    Als solitair komen Robinia’s het mooist uit. In een kleine tuin is de bolvormige R. pseudoacacia ‘Umbraculifera’een prachtige blikvanger. Ruwe acacia’s kunt u goed als leibomen aan een latwerk kweken. Ter versteviging van glooiingen kiest u bij voorkeur de gewone acacia, omdat deze breed wortelt.

    Onderhoud het jaar rond

    Voorjaar Zomer Najaar
    Dit is een gunstige plant tijd. Verwijder alle takken die in de winter zijn gebroken. Zaag deze bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de stam af. Robinia’s hebben geen speciale bemesting nodig, omdat hun wortels in staat zijn met behulp van micro organismen stikstof uit de lucht te binden. Verwijder alle worteluitlopers, zodat de boom één enkele stam vormt en deze ook houdt. Snoeien om een mooie vorm te krijgen, is slechts bij enkele rassen mogelijk, en dan pas na de bloei. Dit is aan te raden als de takken te lang of slap zijn geworden, waardoor de vorm van de boom minder mooi is geworden.
    Tips bij het kopen Tips van de prof Licht en grond Problemen
    Let op een gelijkmatige vertakking. Een- en tweejarige robinia’s zijn ook zonder kluit verkrijgbaar, oudere planten alleen met kluit. Koop nooit een robinia met een dunne stam, met lelijke vertakkingen of met alleen wortels aan één kant. Zuil-, bol- en kegelvormige robinia’s zijn bestand tegen een drastische snoeibeurt na de bloei. De andere robinia’s liever niet snoeien. Plant robinia’s niet te dicht langs plaveisels. De wortels kunnen deze omhoog drukken. Volle zon. Alleen in de volle zon ontwikkelen robinia’s hun prachtige vorm. Ook hebben ze de zon nodig om rijk te bloeien. Doorlatende grond. Robinia’s zijn niet veeleisend. Alleen in natte, zure grond gedijen ze niet. Verschillende soorten schildluizen kunnen robinia’s aantasten. Ze zuigen het sap uit de bladeren en scheuten. Ernstig aangetaste planten aan het einde van de winter bespuiten met een middel op basis van paraffine- of minerale olie. In de zomer ernstig aangetaste scheuten verwijderen en vernietigen.