De mispel (Mespilus germanica) is een zeer oud cultuurgewas dat afkomstig is uit het zuid-westelijke deel van Azië, maar ook in West-Europa verwilderd in de natuur voorkomt. De planten groeien traag op tot 2-5 m hoge bomen of meerstammige struiken.

De bladeren staan afwisselend, zijn lancetvormig en krachtig groen. Ze kunnen 6-12 cm lang worden. In het najaar verkleuren ze geel tot bruinrood.
De bloemen zijn wit tot crèmekleurig en verschijnen vanaf eind maart. Ze hebben vijf bloemblaadjes en bereiken een doorsnee van 5 cm. Ook al geuren ze niet, ze trekken vele insekten aan die voor bevruchting zorgen.De bruine vruchten lijken op afgeplatte rozenbottels. Ze hebben twee tot vijf pitten en een doorsnee van 5-7 cm.Typerend zijn de vijf kelkbladeren om de vruchten. De vruchten zijn hard en kunnen pas worden gebruikt als ze door vorst of door een langere bewaarperiode zacht zijn geworden.

Mispels stellen weinig eisen. Ze zijn winterhard en niet kieskeurig wat de grond betreft. Wel houden ze van droge, doorlatende grond.

Mispel Eigenschappen

    Bloeiperiode:

      Mei, Juni

    Bijzonderheden:

      Gemakelijk te verzorgen, Eetbare delen

    Standplaats:

      Zon, Halfschaduw

    Grond:

      Doorlatend

    Hoogte tot:

      5 m

    Latijns/wetenschappelijke naam:

      Mespilus germanica

     

    Sierwaarde en toepassing

    Mispels groeien veelal op tot schuin en wat gedraaid staande bomen met brede takken, wat in een zeer schilderachtig uiterlijk resulteert. Ook de mooie, opvallende bloemen geven deze consumptiegewassen een hoge sierwaarde.

    Als solitair op het gazon komt een mispel door zijn eigenzinnige groeiwijze bijzonder goed tot zijn recht. Als relatief lage bomen zijn mispels ook voor een kleine tuin aan te bevelen.

    Mispels passen goed in een groep van houtige gewassen. Een zeer levendig beeld ontstaat als u ze combineert met houtige gewassen die in dezelfde periode bloeien. Daartoe behoren bijvoorbeeld Buddleja’s (Buddleja alternifolia) met hun sierlijk overhangende takken en purperlila bloemen en rozebloeiende Kolkwitzia’s (Kolkwitzia amabilis).

    Als vruchtbomen waren mispels vooral in de middeleeuwen zeer bekend. Tegenwoordig zijn ze wat in de vergetelheid geraakt. Liefhebbers van de vruchten eten deze rauw als ze zacht zijn en een aangenaam zurige smaak hebben. Ze kunnen ook tot jam of met andere gedroogde vruchten in vruchtenbrood worden verwerkt. Een beproefd recept voor bezitters van een mispelboom is mispelcompote. Hiervoor hebt u nodig:

    1 kg zachte mispels, 250 g suiker, 0,5 1 water en 0,5 1 appelsap. Haal de kelkbladeren weg, halveer de vruchten en verwijder de pitten. Met water, appelsap en suiker zacht koken. In plaats van appelsap kunt u ook wijn gebruiken. Daarna rest er nog maar één ding: eet smakelijk.

    Tip

    De harde vruchten van mispels smaken enigszins wrang. Pas na een paar dagen vorst krijgen ze een zurige, aromatische smaak. Desondanks kunt u de vruchten al in november oogsten. Ze worden alsnog zacht als ze gedurende enkele weken kunnen narijpen. Leg er niet te veel op elkaar, anders worden ze beurs.

    Onderhoud het jaar rond

    Voorjaar Zomer Najaar
    Dit is eveneens een gunstige plantt ijd. Snoeien zal nauwelijks nodig zijn. Verwijder wel alle afgestorven, doodgevroren, kruislings en naar binnen groeiende scheuten en takken. De wortelzone met compost bedekken. Jonge planten bij droogte gieten. Dit is een goede tijd om jonge mispels te planten. Pluk de harde vruchten in november en bewaar ze in kisten tot ze zacht zijn geworden. U kunt ze ook tot de eerste vorst aan de boom laten hangen en pas dan oogsten en gebruiken.
    Tips bij het kopen Tips van de prof Licht en grond Problemen
    Koop in het voor- of najaar jonge mispelbomen in containers of met de kluit in een doek. De planten moeten ten minste drie krachtige zijscheuten hebben. Koop nooit armetierige boompjes met slechts weinig en dunne scheuten. Als u de vruchten niet oogst, doen de vogels dat. Vooral merels weten ze in de winter als aanvullend voedsel te waarderen. Mispels produceren elk jaar weer veel vruchten, omdat ze pas gaan bloeien na de laatste vorst. Zon tot halfschaduw. Mispels maken de grootste vruchten op een zonnige, beschutte plaats, maar gedijen ook in de halfschaduw. Doorlatende grond. Deze diep wortelende bomen verdragen geen stilstaand water. Mispelbomen worden zelden ziek. Een enkele keer echter komen bladluizen voor. De bladeren en scheuten raken misvormd en de uitwerpselen van de luizen zijn een voedingsbodem voor schimmels. Behandel aangetaste bomen met zachte zeep en spiritus.