Wortelpeterselie is een tweejarige plant, die echter in de meeste gevallen slechts eenjarig wordt gekweekt. In het eerste jaar ontstaan rozetten van geveerde, krachtig groene bladeren en aromatische penwortels. In het tweede jaar gaan de planten bloeien.
De bladeren kunt u, evenals die van tuinpeterselie, in de keuken gebruiken, zij het dat ze iets minder aromatisch zijn. Wilt u dikke wortels oogsten, dan kunt u de planten beter in alle rust laten groeien. De vlezige penwortels hebben een gelig witte kleur en bevatten vooral veel vitamine C. Afhankelijk van het ras, kunnen ze kort en dik tot lang en slank zijn. Ze worden vanaf oktober geoogst. U kunt de wortels als groente of als smaakversterker gebruiken.
Wortelpeterselie is winterhard. Toch is het verstandig om de grond bij vorst af te dekken. In april moeten de wortels worden gerooid. Vanaf juni krijgen de planten 80 cm hoge stengels met bloemen. De wortels kunt u goed bewaren: na het uitgraven in het late najaar in een kist met vochtig zand inbedden en op een koele plaats opslaan.
Zaai wortelpeterselie nooit twee keer achter elkaar op dezelfde plaats. Met een pauze van drie jaar verkleint u het risico van aantastingen door ziekten en plagen. Plant in die periode ook geen andere planten uit de schermbloemenfamilie, zoals peen of selderij.
Eigenschappen
|
Enkele rassen en hun bijzonderheden:
- Korte Dikke: Kleine, korte, krachtige wortels met een zeer brede kop; ook geschikt voor zware grond; sterke plant.
- Halflange: Middelgrote, halflange, kegelvormige wortels; aromatische, blauwgroene bladeren; zeer goede oogst.
- Fakir: Middelgrote, halflange, krachtige, zeer gladde wortels; heeft diepe grond nodig; zeer goede oogst.
- Hamburger: Middelgrote, halflange, kegelvormige, gladde wortels; blauwgroene, aromatische bladeren.
- Berliner: Grote, halflange, krachtige, zeer gladde wortels; heeft diepe grond nodig; zeer goede oogst.
- Lange Gladde: Smalle, lange, zeer spits toelopende penwortels; heeft diepe grond nodig; goede oogst.
Tips: In een gemengde cultuur gedijt wortelpeterselie goed met radijs, spinazie, tomaat, ui en prei. Als u de traag kiemende wortelpeterselie zaait met snelkiemende radijs, gebruikt u de ruimte op een bed optimaal en kunt u al spoedig oogsten.
In zeer zware grond kunnen de wortels splijten. Kies rassen met korte, dikke wortels. Verbeter de grond met zand en compost.
Onderhoud het jaar rond
Voorjaar | Zomer | Najaar |
Van maart tot april het zaad dun zaaien, ongeveer 2 cm diep en in rijen die 15-20 cm uit elkaar liggen. Goed vochtig houden tot het kiemen. Daarna op 10-15 cm afstand uitdunnen, zodat de wortels zich goed kunnen ontwikkelen. | Wortelpeterselie houdt van een gelijkmatig vochtige grond, maar niet van overtollig water rond de wortels. Bedek de grond met compost. Deze blijft dan vochtig en geeft voedingsstoffen af. | Vanaf oktober oogsten.Voor het invallen van de vorst de planten met stro of bladeren afdekken of de wortels rooien en koel bewaren in vochtig zand. |
Tips bij het kopen | Tips van de prof | Licht en grond | Problemen |
Koop altijd vers zaad. Kies als de grond in uw moestuin zeer zwaar is rassen met korte, dikke wortels. Koop nooit oud zaad en gebruik ook niet het zaad dat van het vorige seizoen is overgebleven. Dit kiemt niet goed meer. | Voor de overwintering in de volle grond de planten met organisch materiaal afdekken, bijvoorbeeld stro of bladeren. Als de grond vorstvrij is, kunt u oogsten. Zonodig uw wortelpeterselie met vallen tegen veldmuizen beschermen. | Zon tot halfschaduw. Op een standplaats in de volle zon ontstaan de krachtigste wortels. Voedselrijke, diepe grond. Deze moet goed zijn losgemaakt en gelijkmatig vochtig worden gehouden. | De larven van de peterseliesnuitkever zijn gelig wit en ongeveer 5 mm lang. Ze vreten gaten in de wortel kop. Aangetaste planten krijgen rode bladeren en vaak ook verdikkingen. Aangezien de schade binnen de perken blijft, is bestrijding meestal niet nodig. |