De in de landen rond de Zwarte Zee inheemse tamme kastanje is wel familie van de eik en de beuk, maar niet van de witte paardekastanje (Aesculus hippocastanum), ook al lijken de vruchten op elkaar. Evenals walnoten hebben ook tamme kastanjes afzonderlijke mannelijke en vrouwelijke bloemen op één boom. Niet alle rassen zijn zelf-bestuivers. Sommige hebben dus een andere boom als bestuiver nodig. Is deze niet aanwezig, dan moet u een tweede boom planten. Informeer bij een boomkwekerij naar een geschikte combinatie.
Tamme kastanjes lopen zeer laat uit en bloeien pas in juni, zodat ze niet worden bedreigd door late vorst. De bomen kunnen daarom ook heel goed in koelere gebieden worden geplant. Traditioneel echter worden tamme kastanjes vooral geteeld in landen met lange, warme zomers, bijvoorbeeld Frankrijk en Italië, maar ook in een aantal landen in Midden-Europa.