De grootkronige, breeduit groeiende pruikenbomen krijgen in het voorjaar langwerpige, ovale bladeren. Op de uiteinden van de scheuten verschijnen vanaf juni onopvallende geelgroene bloemen.
Vanaf juli ontwikkelen zich kleine vruchten op lange vruchtstengels. Deze zijn met lange, pluizige haren bedekt. Deze haren doen aan pruiken denken. De kleur van de haren gaat geleidelijk over van groen naar rood tot de struik in purperen wolken lijkt te zijn gehuld. In het najaar treden de bladeren op de voorgrond. Ze verkleuren prachtig en nemen rood gouden, oranje of rode tinten aan, voor ze na de eerste vorst afvallen.
Cotinus coggygria is inheems in Zuid-Europa tot Midden-Azië en kan 4-5 m hoog worden. De mat blauwgroene bladeren zijn een mooie achtergrond voor de pluizige, grijsroze haren van de vruchtstengels.
Van deze soort bestaan er enkele purperbladige rassen. ‘Purpureus’ heeft in eerste instantie purperen bladeren die in de zomer groen worden en dan een mooie achtergrond zijn voor de purperen pruiken. ‘Royal Purple’ wordt slechts 2-3 m hoog en houdt tot het einde van de zomer zwartrode bladeren met zilverachtig rode vruchtgroepen. De bladeren van beide rassen verkleuren in het najaar rood.
Cotinus obovatus is afkomstig uit het westen van de Verenigde Staten en met maximaal 8 m hoogte eerder een boom dan een struik. Terwijl de plant tijdens de bloei niet bijzonder indrukwekkend is, zijn de zich ontwikkelende bladeren wel vrij opvallend. Deze zijn in het voorjaar bronskleurig, in de zomer diep groen en verkleuren in het najaar naar stralend oranje tot purperrode tinten.
 |
Eigenschappen
Bloeiperiode:
Bijzonderheden:
Standplaats:
Grond:
Hoogte tot:
Latijns/wetenschappelijke naam:
|
De standplaats van de Pruikenboom
Pruikenbomen hebben geen voedselrijke grond of regelmatig water nodig. De kleuren van de bladeren en vruchtgroepen ontwikkelen zich echter op een zonnige en beschutte standplaats het mooist. Pruikenbomen komen het beste uit als ze solitair worden geplant. De planten passen echter ook in gemengde hagen. Vooral de roodbladige rassen kunnen daarbij voor variatie zorgen. Let dan wel op voldoende afstand tot de overige planten, omdat pruikenbomen met toenemende leeftijd steeds breder worden.
Onderhoud het jaar rond
| Voorjaar | Zomer | Najaar |
| Gunstige plant tijd in koude gebieden. Direct gieten. | In de eerste jaren na het planten moet u pruikenbomen bij zeer droog weer wekelijks water geven. Dit bevordert de groei van de wortels. Afdekken met mulch houdt de grond eveneens vochtig. In de zomer kunt u de struiken door afleggers vermeerderen. | Gunstige plant tijd voor gebieden met zacht weer. Ter voorkoming van vorstschade, de grond om de planten afdekken met bladeren, versnipperde boomschors of compost |
| Tips bij het kopen | Tips van de prof | Licht en grond | Problemen |
| Koop stevige jonge pruikenbomen in containers of met de kluit in een doek. Containerplanten kunt u het hele jaar door planten. Koop nooit iele planten met blanke wortels. Ze hebben veelal problemen met het inwortelen. | Voor de vermeerdering door afleggers een buigzame scheut inkepen en in de grond verankeren. Zodra er wortels zijn, de jonge plant lossnijden. Pruikenbomen niet snoeien. Dit doet afbreuk aan de kenmerkende groeiwijze. | Zon. Pruikenbomen hebben voor een mooi aanzien zon en warmte nodig. Doorlatende grond. Pruikenbomen geven de voorkeur aan kalkhoudende grond. Zodra ze goed zijn ingeworteld, zijn ze ook bestand tegen droogte. | Pruikenbomen kunnen worden aangetast door de verwelkingsziekte. Deze schimmelziekte leidt vooral op hete dagen in de zomer tot het verwelken of af sterven van de takken. Aangetaste delen direct vernietigen, bij een ernstige aantasting de hele plant verwijderen. |
