De hier beschreven esdoorn soorten hebben zeer uiteenlopende vormen met doorgaans onopvallende bloemen, waaruit kleine, gevleugelde noten ontstaan.

Inheemse soorten

Inheemse soorten zijn goed bestand tegen kalkhoudende grond. Daartoe behoort Acer campestre, de Spaanse aak, die een hoogte bereikt van 15 m en in het najaar geel verkleurt. Deze soort kan goed in vorm worden gesnoeid. Acer platanoides wordt Noorse esdoorn genoemd, kan 30 m hoog worden, krijgt in het najaar oranjegele bladeren, begin april opvallende bloemen en vanaf september vruchten. ‘Globosum’ groeit bolvormig en wordt slechts 5-7 m hoog. Acer pseudoplatanus is de gewone esdoorn. De bomen worden tot 40 m hoog en verkleuren goudgeel. Het goudgele ras ‘Brilliantissimum’ wordt slechts 2-3 m hoog en wordt vaak als hoogstam aangeboden.

Niet inheemse esdoorn

Tot de niet inheemse, hoge bomen behoort Acer capillipes met 12 m hoogte. De donkergroene bladeren hebben rode nerven en zijn bij het uitlopen en in het najaar rood. De groene schors heeft witte strepen. Acer negundo, de vederesdoorn, kan 20 m hoog worden. De bladeren lijken op die van essen en worden in het najaar geel. Deze soort verdraagt kalk, maar breekt snel bij wind. Er bestaan enkele bontbladige rassen die slechts 5-7 m hoog worden. ‘Aureovariegatum’ heeft donkergroene, goudgeel gevlekte bladeren, die van ‘Flamingo’ hebben witte en lichtroze vlekken en die van ‘Variegatum’ zijn witgerand. Acer rubrum, de rode esdoorn, wordt 9 m hoog. De bladeren lopen rood uit en zijn in het najaar oranje tot scharlakenrood. Deze soort is zeer gevoelig voor kalk. Acer saccharinum wordt zilveresdoorn genoemd en kan een hoogte bereiken van 30 m.

De jonge bladeren zijn bronskleurig, krijgen daarna een groene boven en een zilverwitte onderkant en verkleuren in het najaar stralendgeel.

Van de niet inheemse struiken die slechts 6 m hoog worden en kalkgevoelig zijn, zijn de talrijke rassen van Acer palmatum en Acer japonicum het bekendst. Beide soorten worden Japanse esdoorn genoemd. Verder zijn er nog andere aantrekkelijke soorten, bijvoorbeeld Acer tataricum ssp. ginnala, de Chinese esdoorn, met bronskleurig uitlopende bladeren en vlammend-rode najaarskleuren. Mooi is ook Acer rufinerve die rood uitloopt en in het najaar gele tot rode bladeren heeft. Een ongewone verschijning is Acer griseum met purperrode bladeren in het najaar en een mooie, kaneelbruine schors.