De eenjarige kervel (Anthriscus cerefolium) behoort tot de populairste keukenkruiden. De lichtgroene, malse, mild kruidig smakende bladeren doen wat aan peterselie denken, maar zijn fijner geveerd. De smaak is anijsachtig en kruidig zoet, wat door de etherische olie isoathenol wordt veroorzaakt. Bovendien bevat kervel bitter stoffen, vitamine C en andere belangrijke vitaminen, caroteen, ijzer en mineralen.
De planten groeien breed en worden 30-50 cm hoog. Kervel is een langedagplant en bloeit daarom in de zomer zeer snel. Helaas gaat met de bloei het aroma verloren. Op een optimale standplaats zaaien de planten zichzelf uit. Als keukenkruid wordt kervel een- of tweejarig gekweekt. Om doorlopend verse bladeren te oogsten, kunt u het beste met tussenpozen van twee weken zaaien. Het zaad mag niet worden afgedekt, het heeft licht nodig om te kiemen. De kiemperiode bedraagt een tot twee weken. Kervelzaad kiemt het beste bij temperaturen onder de 15°C. Om deze reden duurt de kiemperiode in de zomer langer. Kies daarom in het warme jaargetijde een halfbeschaduwde, koele plaats. Bovendien zullen de planten in de halfschaduw niet zo snel bloeien. Om de bloemvorming te vertragen, moet u ook de grond goed vochtig houden. Bij droogte verschijnen maar weinig blaadjes die rood verkleuren: de planten gaan over tot een voortijdige ‘nood bloei’.
Voor een tweejarige teelt wordt kervel in september gezaaid en in de vorstperiode afgedekt met rijshout. Als u dit in het vroege voorjaar verwijdert en de rijen afdekt met vlies, kunt u al spoedig de eerste blaadjes oogsten.
U kunt kiezen tussen kervel met gladde en kervel met gekroesde bladeren. De eerste wordt minder vaak aangeboden, omdat de planten gemakkelijk verward kunnen worden met de gevlekte scheerling (Conium maculatum), die buitengewoon giftig is.