De knollen van koolzaad (Brassica napus ssp. rapiferia) worden soms rapen genoemd, waardoor ze gemakkelijk worden verward met koolrapen (Brassica rapa var. rapa), waar ze sterk op lijken. Koolzaad heeft echter blauw berijpte bladeren.
Dit weinig eisen stellende gewas is eigenlijk een tweejarige plant, die echter in de tuin als nateelt voor de oogst in het najaar eenjarig wordt gekweekt. In het tweede jaar kunnen de houtig wordende knollen bloemen ontwikkelen. Er zijn wit en geelvlezige knollen met groen of roodgekleurde koppen. Wit vlezige rassen worden overwegend als veevoer geteeld.
Er is zaad verkrijgbaar van een aantal rassen. ‘Merrick’ is het enige ras met witvlezige knollen dat geschikt is voor consumptie. Bij de geelvlezige rassen kan onderscheid worden gemaakt tussen knollen met groene koppen zoals ‘Ostgöta’, ‘Seefelder’ en ‘Wilhelmsburger’ en knollen met rode koppen, zoals ‘Marian’ en ‘Mella’.
Eigenschappen
|
Koolzaadknollen oogsten, bewaren en bereiden.
De snelgroeiende, oogstzekere en goed te bewaren knollen van koolzaad hebben al in menige oorlogsperiode de honger van de bevolking verlicht. Aangezien ze toen echter meestal alleen met water en zout konden worden bereid, denken veel mensen dat het hier om een weinig smakelijke groente gaat.
Het beste aroma hebben de knollen als ze ongeveer zo groot zijn als een tennisbal. Ze worden relatief laat gezaaid, zodat de kleine, malse knollen in het najaar kunnen worden geoogst. Ze zitten boordevol kostbare vitaminen en mineralen. De gele kleur wordt veroorzaakt door het zeer gezonde caroteen.
Oogst de knollen zo voorzichtig mogelijk. Dit lukt het beste als u een spitvork gebruikt. Beschadigde knollen kunt u beter niet bewaren, maar bij voorkeur binnen een week consumeren.
Om de knollen te bewaren, snijdt u de bladeren 1 cm boven de knollen af en verwijdert u de aanhangende aarde. Ze kunnen buiten worden ingekuild of in een koude bak worden opgeslagen. Een kist met licht vochtig zand in de kelder is eveneens een goede opslagplaats. Bij een hoge luchtvochtigheid en 3°C kunnen de knollen tot zes maanden worden bewaard, onder drogere en warmere condities een tot twee maanden.
De knollen kunnen veelzijdig worden bereid. Ze zijn ondermeer geschikt als groente bij stevige vleesgerechten, ze smaken heerlijk in eenpansgerechten, soepen en salades. Zelfs in gerenommeerde restaurants zijn ze een enkele keer op de menukaart te vinden. Ze worden dan veelal met een geraffineerde citroensaus geserveerd of romig gegratineerd. Bijna vergeten is een andere bewaarmethode: de fijngesneden knollen worden dan net als zuurkool met zout, jeneverbessen, kummel en laurierbladeren gestampt.
Wetenswaardig: Knolvoet is de gevaarlijkste ziekte voor alle koolgewassen, waartoe ook koolzaad behoort. Vooral in zware grond voelt de veroorzaker, een schimmel, zich goed thuis. Bij een aantasting ontstaan er aan de wortels kropachtige verdikkingen. De planten verwelken. Aangetaste planten moet u direct vernietigen. De beste, preventieve methode is maar eens in de vier jaar koolgewassen op dezelfde plaats te telen. Meng bij zure grond wat algenkalk door de aarde.
Onderhoud het jaar rond
Voorjaar | Zomer | Najaar |
Koolzaad begin juni in een zaaibed 2 cm diep en dun zaaien, in rijen op 20 cm afstand van elkaar. In juli op 40 cm onderlinge afstand planten. U kunt ook direct op de eindplaats zaaien, met om de 10 cm een zaadkorrel. De zaailingen op 20 cm afstand uitdunnen. Gekochte planten van juli tot begin augustus planten. Plant niet te diep, anders ontstaan er geen mooie knollen. Bij droogte regelmatig en royaal water geven. | Vanaf oktober de knollen voorzichtig met de spitvork oogsten. Zorg dat u ze daarbij niet beschadigt.Van knollen die u wilt bewaren, de bladeren op 1 cm na afsnijden en de aarde afborstelen. |
Tips bij het kopen | Tips van de prof | Licht en grond | Problemen |
Koop vers zaad. Kies resistente rassen als u al eerder problemen had met ziekten bij koolplanten. U kunt ook krachtige jonge planten kopen. Koop nooit oud zaad of jonge planten die een zwakke indruk maken. | Met aarde afgedekt en aangeaard, overleven de knollen in de tuin ook matige tot strenge vorst, u kunt ze tot december oogsten. Onbeschermd zijn de planten bestand tegen nachtvorst tot ongeveer -10°C. | Zon tot halfschaduw. Koolzaad gedijt goed op een zonnige tot halfbeschaduwde standplaats. Diep losgemaakte, vochtige grond. De planten hebben naar verhouding niet veel voedingsstoffen nodig, maar wel veel water. | Koolwitjes zijn vlinders, die tegenwoordig nog maar zelden voorkomen, waardoor ook de groenachtige rupsen steeds minder voorkomen. Aangezien deze rupsen graag aan de hartbladeren vreten, kunnen ze de groei van de planten en met name van de knollen, remmen. Verzamel en vernietig de rupsen. |