Kiwi planten (Actinidia chinensis) zijn oorspronkelijk afkomstig uit China. Ze gedijen op een warme, beschutte plaats in de tuin, zoals tegen een gevel op het zuiden. De gevoelige bladeren en rijpende vruchten moeten tegen wind worden beschermd en in het najaar ook tegen vroege vorst.
De vruchten zijn bruin en dicht behaard. Het groene vruchtvlees bevat talrijke kleine, zwarte, eetbare zaden en smaakt fris en aromatisch. Het vitamine-C-gehalte van een vrucht is voldoende voor de behoefte van een dag. Op een koele plaats met een hoge luchtvochtigheid kunnen de vruchten tot drie maanden worden bewaard.
Kiwi planten hebben of mannelijke of vrouwelijke bloemen. Vrouwelijke bloemen bloeien in kleine trossen. Ze zijn groter dan de mannelijke bloemen en hebben veel witte stijlen en maar weinig, onvruchtbare meeldraden. De kleine mannelijke bloemen bloeien in grotere trossen. Ze hebben talrijke meeldraden en matig ontwikkelde stijlen. Voor de vruchtzetting hebt u altijd één mannelijke plant nodig op maximaal acht vrouwelijke. Goede bevruchtingsrassen zijn ‘Matua’ en ‘Tomuri’.
Actinidia arguta is een andere soort die eveneens goed gedijt in de tuin. Binnen het ras ‘Weiki’ zijn er zowel mannelijke als vrouwelijke planten. Deze snelgroeiende klimplanten kunnen twintig tot vijftig jaar oud worden. Ze hebben een sterke klimhulp van ijzerdraad aan een gevel of een stevige pergola nodig.