Vaak worden plankdragers of consoles als ontsierende elementen beschouwd. De wandplanken, zwevend ophangen is dan mooiste manier om ‘losse’ boekenplanken tegen de wand bevestigen. Hiervoor zijn bepaalde systemen in de handel, maar zo iets is ook best op pure doe-het-zelf manier te verwezenlijken!
Daarvoor hebben de planken wel een zekere dikte nodig, zowel om de bevestiging reëel te kunnen uitvoeren, als om tot een goed ‘ogend’ effect te komen. Een aantal zonder zichtbare bevestiging tegen de wand gemonteerde planken met een dikte van 18 mm (een gangbare plaatmateriaaldikte) biedt een nogal iel effect. Met wat méér werk kan er iets heel anders van gemaakt worden.
Stel elke plank samen uit twee stroken spaanderplaat van 18 mm dik, maximale breedte 30 cm, lengte in principe onbeperkt. Lijm ze, samen met een strook triplex van gelijke afmetingen. (4 mm dik) tot een ‘sandwich’, dit voorkomt het eventueel krom trekken van het plaatmateriaal. Daarvoor kan zowel contactlijm als witte houtlijm worden gebruikt. Bekleed de beide vlakken en de rand(en) met materiaal naar eigen keuze: formica, voorgelijmd fineer of plamuur en schilder ze…
De zwevende ophanging wordt op de volgende wijze gemaakt
Teken op de wand een zuiver horizontale lijn af, op de plaats waar de plank moet komen. Boor op afstanden van 40 a 50 cm gaten in de wand, ca. 9 cm diep; diameter 8 mm. Boor niet volkomen horizontaal, maar enigszins ‘stekend’, dat wil zeggen dat de boorpunt onder een zeer flauwe hoek naar beneden gericht wordt. Beslist niet meer dan enkele graden. Maak de boorgaten vrij van boorgruis (stofzuiger) en lijm of draai er op maat gezaagde draadstangen in, er zijn verschillende bevestiging methode mogelijk. De lengte daarvan hangt af van de breedte van de te bevestigen planken.
De buiten de muur stekende delen van de stukjes draadstangen dienen met minimaal ¾ van de plankbreedte overeen te komen, dus bij een plank van 25 cm breedte ca. 19 cm. Samen met de ca. 9 cm ‘steekdiepte’ in de wand dus ca. 28 cm totale lengte.
Leg de plank nu óp de uit de wand stekende stukken draadstangen. Teken aan de onderkant van de plank de plaatsen aan, waar voor de bevestiging gaten in de plank moeten worden geboord. Haal de plank weer weg en trek de afgetekende lijntjes over op de achterkant van de plank. Boor daar, met de boorpunt precies op het midden (de triplex-strook) gericht, diepe gaten in de plank, ca. 1 cm dieper dan volgens exacte meting noodzakelijk is. (Voor dit doel zijn speciale extra lange houtboren te koop).
De diameter van de gaten in de plank moet groter zijn dan die van het draadstangen; dus bij gebruik van 8 mm draadstang een boor van 10 mm. Stoot het boorstof uit de gaten en schuif de plank op de uit de wand stekende stukken draadstangen. Omdat deze iets schuin naar boven stekend zijn geplaatst, treedt bij belasting (eigen gewicht van de plank, plus bijv. een rij boeken) een correctie op die de plank redelijk horizontaal ten opzichte van de wand duwt. Die steekmethode voorkomt dat de plank aan de voorzijde iets naar beneden zou gaan hellen, vooral bij vrij brede planken is de kans daarop niet denkbeeldig. U Kunt er voor kiezen de gaten voor de draadstangen te voorzien van lijm, maar dit is vaak niet nodig.
Een pluspunt van deze bevestigings methode is ook nog dat de planken op elk gewenst moment kunnen worden verwijderd (eenvoudig weer van de ophanging schuiven), bijv. om nieuwe wandbekleding aan te brengen. Er is, wat de constructie van de ‘sandwich’ betreft, nog een alternatief mogelijk: in plaats van een strook triplex op onregelmatige afstanden latjes van ca. 8 mm dik tussen de spaanderplaatstroken aanbrengen (lijmen en schroeven), zodat in de plank geen gaten hoeven te worden geboord. Er blijft dan een open tussenruimte waarin de in de wand geplaatste draadstangen kunnen steken.