Cosmea’s verlevendigen uw tuin met kleurige, schotelvormige bloemen. Van het plantengeslacht Cosmos behoren vooral twee soorten tot de veelgevraagde zomerbloemen.
De bekendste soort is Cosmos bipinnatus. De planten dragen hun bloemen op 60-120 cm hoge, sierlijke stengels met fijngeveerde bladeren. Ze bloeien in witte, koele roze en rode tinten. Met de grote lintbloemen en de gele buisbloemen in het midden, zijn ze typische vertegenwoordigers van de Composietenfamilie. De lintbloemen zijn in de meeste gevallen glad, maar er bestaan ook vormen met trechtervormige ingerolde bloembladeren.
Minder bekend is de soort Cosmos sulphureus. Wat charme en schoonheid betreft, blijft deze soort echter op geen enkele wijze achter bij Cosmos bipinnatus. De planten zijn met een hoogte van 40-70 cm wat kleiner. Daarnaast zijn de bladeren minder sterk geveerd en bloeien de planten in bijzonder warme tinten geel, oranje en vuurrood. Cosmos sulphureus bloeit iets later (vanaf juli), maar heeft verder dezelfde wensen.
 |
Eigenschappen
Soort:
Bloeiperiode:
Bijzonderheden:
Standplaats:
Grond:
Hoogte tot:
Latijns/wetenschappelijke naam:
|
De standplaats van de Cosmea
Cosmea’s hebben een standplaats in de volle zon nodig en daarnaast humus en voedselrijke grond. Alleen dan kunnen ze zich goed ontwikkelen. Een zonnige border is de ideale plaats voor deze mooie bloemen. Ze kunnen er met andere eenjarige planten worden gecombineerd, maar ook met vaste planten. In grote plattelands tuinen zijn de zacht wiegende cosmea’s niet meer weg te denken. Ze worden er meestal tegen de achtergrond van een hek geplant. In kuipen en bakken op het balkon of terras voelen cosmea’s zich eveneens thuis. Bij de juiste verzorging met water en voedsel kunnen ze tot rijkbloeiende en breedvertakte planten uitgroeien.
Onderhoud het jaar rond
| Voorjaar | Zomer | Najaar |
| Zaai cosmea’s vanaf maart binnenshuis of vanaf half mei in de tuin. Voorgekweekte planten mogen vanaf half mei in de volle grond worden geplant. Knijp de groeitoppen af om een vertakte groei te bevorderen. | Verwijder uitgebloeide bloemen om een rijke bloei te stimuleren. Cosmea’s die niet in groepen zijn geplant, hebben ondersteuning nodig. | De planten sterven na de eerste vorst af. Snij dan de stengels dicht boven de grond af en deponeer ze op de composthoop. Laat de wortels staan als voedsel voor de organismen in de grond. |
| Tips bij het kopen | Tips van de prof | Licht en grond | Problemen |
| Koop in de late winter zaad. Als u de voorkeur geeft aan voorgekweekte jonge planten, kiest u compacte en vertakte exemplaren. Koop geen hoog opgeschoten, onvertakte jonge planten die al beginnen te bloeien. | Bescherm cosmea’s tegen de wind door ze op een beschutte plaats naast hekken, schuttingen of struiken te planten. Cosmea’s kunnen vanaf maart tot half april binnenshuis worden voorgekweekt. | Zon. Cosmea’s bloeien op een zonnige plaats maandenlang. In de halfschaduw brengen ze meer bladeren en minder bloemen voort. Doorlatende grond. Cosmea’s gedijen het beste in humus en voedselrijke grond. | Cosmea’s zijn gezonde planten en worden nauwelijks door ziekten en plagen aangetast. De tere jonge planten zijn echter een gewilde prooi voor vraatzuchtige slakken. Verzamel de slakken of lok ze met schoteltjes bier. |
