Behalve bloeiende kornoeljes zijn er ook soorten die vooral op grond van hun mooi gekleurde bladeren in het najaar, of door de rode of gele schors in de winter een plaats in veel tuinen hebben veroverd.
Cornus alba, het witte kornoelje, is een recht opgroeiende struik die 2-3 m hoog wordt en vrijwel even breed. De buitenste scheuten liggen vaak op de grond en vormen er wortels, zodat een dicht struikgewas kan ontstaan. De bladeren zijn spits-ovaal en verkleuren in het najaar oranjegeel. Na het uitlopen van de bladeren verschijnen er van mei tot juli onopvallende witte bloemen. Vanaf augustus laten de witte, bes achtige vruchten zich zien. Kenmerkend voor Cornus alba is de prachtige, rode kleur van de jonge scheuten in de winter. Bij het ras ‘Sibirica’ zijn deze koraalrood. Zeer aantrekkelijk is ook het ras ‘Elegantissima’.
De planten hebben groen met witte bladeren die in het najaar karmijnrood worden. De schors neemt ’s winters een donkerrode kleur aan. ‘Spaethii’ wordt slechts 1,5 m hoog en valt op door de groen en geel gevlekte bladeren. De schors verkleurt in de winter donkerrood.
Cornus sanguinea, in het Nederlands rode kornoelje, wordt 3-4 m hoog en zeer breed. De sierwaarde bestaat vooral uit de scharlakenrode verkleuring van de bladeren in het najaar. De schors wordt in de winter donkerrood tot bijna zwart. In mei en juni hebben de struiken aardige, witte bloemen, vanaf augustus purperrode tot zwarte vruchten.
Cornus sericea ‘Flaviramea’ kan als de gele uitvoering van Cornus alba ‘Sibirica’ worden beschouwd. In de winter vallen de planten op door de gele twijgen. De zuivere soort heeft roodachtige scheuten en wordt slechts zelden geplant.
 |
Eigenschappen
|
De standplaats van de Naarjaars Kornoelje
Kies voor kornoeljes een plaats waar u ze vooral in de herfst en winter goed kunt zien. Nabij een vijver of een waterpartij gedijen de struiken in de vochtige grond uitstekend. Als haagplanten bieden kornoeljes door hun dichte bladertooi bescherming tegen inkijk. In het najaar geniet u van de mooie kleuren. Groepen houtige gewassen krijgen met kornoeljes meer afwisseling in de winter door de gekleurde schors.
Onderhoud het jaar rond
| Voorjaar | Zomer | Najaar |
| Dit is een gunstige tijd om kornoeljes te planten. Verwijder bij het uitdunnen van ingewortelde struiken de oude scheuten aan de basis. Daarmee wordt de ontwikkeling van nieuwe, kleurige scheuten bevorderd. Verdeel daarna een laag compost in de wortelzone. | Geef de planten in perioden van droogte water. Bedek lichte grond met mulch. | In zachte streken kunt u kornoeljes ook in het najaar planten. Laat bij ingewortelde struiken de afgevallen bladeren in de wortelzone liggen. Ze beschermen in de winter de ondiepe wortels. |
| Tips bij het kopen | Tips van de prof | Licht en grond | Problemen |
| Koop in het voor- of najaar gezonde, jonge containerplanten met potlood dunne scheuten en een goed doorgewortelde kluit. Koop nooit grote planten met dikke stammen in grote containers. Deze wortelen doorgaans slecht in. | Eenjarige scheuten hebben in de winter de mooiste kleuren. Dun de struiken daarom in het voorjaar uit, zodat er talrijke nieuwe scheuten ontstaan. De soorten die breeduit groeien, kunnen erosie op een glooiing tegengaan. | Zon tot halfschaduw. In de volle zon zijn de scheuten krachtiger gekleurd. De planten gedijen echter ook goed in de halfschaduw. Doorlatende, humusrijke grond. Kornoeljes zijn ook bestand tegen licht kalkhoudende grond. | Kornoeljes hebben soms las van schildluizen. Deze zuigen het sap uit de scheuten en de bladeren en kunnen daarbij ziekten overbrengen. Bespuit de planten voor het uitlopen met een middel op basis van paraffine-olie. Verwijder ernstig aangetaste scheuten. |
