Wilgen zijn zomer groene bomen of struiken die met bijna elke grond genoegen nemen, als deze maar vochtig genoeg is. Door hun ondiepe, verreikende wortels zijn ze geschikt om oevers en glooiingen te versterken. Er zijn rond de 500 soorten, maar slechts een aantal komt voor de tuin in aanmerking. De katjes worden overal als voorjaarsboden gezien.
- Salix alba wordt schietwilg genoemd en is een tot 25 m hoge, inheemse loofboom, die vooral in parken en in de landschapsarchitectuur toepassing vindt. Schilderachtig mooi is ‘Tristis’, de gele treurwilg, die met zijn lange, tot de grond hangende takken zeer veel ruimte nodig heeft.
- Salix caprea, de water of boswilg, is eveneens een inheems houtig gewas. Deze wilg is bestand tegen wat meer droogte. Hij wordt 3-8 m hoog en groeit als kleine boom of grote struik. De bloemen verschijnen in maart en april. Vooral de mannelijke katjes zijn bijzonder aantrekkelijk, ook voor honingzoekende bijen. ‘Kilmarnock’ (vroeger veelal ‘Pendula’ genoemd) heeft mannelijke katjes en is meestal verkrijgbaar als treurwilgje op hoogstam, dat wil zeggen op een onderstam geënt. De mooiste treurvorm bereikt u als u de scheuten na de bloei op enkele ogen terugsnoeit.
- Salix acutifolia is eveneens een treurvorm. Hij heeft mooie, breed overhangende takken en tot 6 cm lange, in februari bloeiende katjes. De 4-6 m hoge struiken hebben glanzende, verticaal omlaag hangende bladeren.
- Salix matsudana staat bekend als kronkelwilg of kurkentrekkerwilg. Hij wordt 6-8 m hoog en biedt met de bizar gedraaide scheuten ook in de winter een mooie aanblik.
- Salix purpurea wordt ook bittere wilg genoemd en groeit op tot een struik van 2-6 m hoogte. Kenmerkend zijn de weinig vertakte basisscheuten, die voor het vlechten van manden gebruikt worden.
- Salix viminalis is de katwilg, een struik die 5-8 m hoog wordt. De zachte, soepele scheuten worden eveneens gebruikt voor het vlechten van manden.
- Salix repens is een kruipende bodembedekker die 0,3-1 m hoog kan worden. Kenmerkend voor de planten is dat de toppen van de scheuten licht omhoog staan.
- Salix hastata is een bijzonder mooie, dichte struik die een hoogte bereikt van 1-1,8 m. De zuivere soort is inheems in Zwitserland.
 |
Eigenschappen
Bloeiperiode:
Bijzonderheden:
Standplaats:
Grond:
Hoogte tot:
Latijns/wetenschappelijke naam:
|
De standplaats van de Wilg
Wilgen houden van veel licht. Plant ze daarom op een zonnige standplaats. Vochtige delen van de tuin, bijvoorbeeld de oever van een vijver, zijn ideaal voor alle wilgen. Als solitair komen Salix matsudana ‘Tortuosa’, Salix caprea ‘Kilmarnock’ en Salix alba ‘Tristis’ mooi uit. In een grote tuin kunt u alle hoge bomen planten. Groepen houtige gewassen kunt u aanvullen met wilgen die struikvormig groeien.
Onderhoud het jaar rond
| Voorjaar | Zomer | Najaar |
| Gunstige plant tijd. Wilt u de scheuten voor vlechtwerk gebruiken, dan moet u Salix alba en Salix viminalis om de paar jaar tot op de stam knotten. Ook al worden de wilgen doorgaans niet geknot, ze zijn er wel tegen bestand. | In de vaas bewortelde wilgentakken in de volle grond planten. Bestrijd een aantasting door bladvretende rupsen van vlinders met een middel op basis van Bacillus thuringiensis. | Voor de vermeerdering 20 tot 25 cm lange stekken snijden, diep in de grond steken en laten wortelen. |
| Tips bij het kopen | Tips van de prof | Licht en grond | Problemen |
| Koop in het voorjaar jonge wilgen als containerplanten. Ze moeten buigzame takken hebben. Koop nooit oudere planten met dikke, ruwe stammen. Deze hebben meestal al een uitgebreid wortelstelsel en wortelen met moeite in. | In de vaas krijgen wilgentakken al snel wortels en bladeren. Plant de bewortelde scheuten in de tuin. Bittere wilgen kunt u ook heel goed als formele heg planten. Snoei ze dan regelmatig op 30-60 cm hoogte. | Volle zon. Wilgen hebben veel licht nodig en gedijen het mooist op een standplaats waar ze de hele dag in de zon staan. Vochtige grond. Wilgen zijn tevreden met vrijwel elke grond, zolang deze maar voldoende vochtig is. | Wilgen kunnen door de schadelijke rupsen van vlinders worden aangetast. Deze zitten meestal in grote spinsels bijeen en vreten aan de jonge bladeren, tot de bomen in ernstige gevallen helemaal kaal zijn. Draai de spinsels om een bezemsteel en vernietig de rupsen. Daarna spuiten met Bacillus thuringiensis. |
