Spaanse pepers (Capsicum annuum) zijn een aantrekkelijke groentesoort. Ze gedijen in voedselrijke grond en hebben veel warmte nodig.
Vanaf juni krijgen de planten kleine, witte, stervormige bloemen en na de bevruchting omlaaghangende vruchten. Vergeleken met paprika’s, zijn Spaanse pepers klein en doorgaans smal, lang en spits toelopend. In een enkel geval zijn ze rond. Onrijpe vruchten zijn geel of groen, rijpende worden rood.
Spaanse pepers hebben hun scherpe smaak te danken aan de stof capsaïcine (ook wel capsicine genoemd), die zich vooral in de zaden en de ‘tussen schotten’ bevindt. Deze stof bevordert de spijsvertering en heeft een ontsmettende werking. De vruchten worden vooral in exotische gerechten toegepast.
Het gehalte aan capsaïcine hangt af van het ras, maar ook van de kweekmethode. In de volle grond worden veelal lagere concentraties bereikt dan in de kas. Rijpe vruchten hebben een scherpere smaak dan onrijpe.