Zoals alle paddenstoelen hebben ook de oesterzwammen geen bladgroen en zijn zij aangewezen op voedingsstoffen die door andere levende organismen zijn aangemaakt. De oesterzwam behoort tot de als saprofieten levende zwamsoorten, die zich voeden met afgestorven organisch materiaal. In de vrije natuur groeien ze op oud hout van loofbomen. Maar kwekers kwamen er spoedig achter dat ze zeer goed en zelfs veel sneller op speciaal behandeld stro groeien.

Wilde paddenstoelen vermenigvuldigen zich door sporen, maar de kweker ent zijn substraat met het zogenoemde paddenstoelenbroed: de zwamvlokken worden op een steriel voedingssubstraat, zoals bijvoorbeeld graankorrels, gebracht en hierop gekweekt.

Goed paddenstoelenbroed moet vrijwel volledig met de witte zwamvlokken zijn begroeid. Het broed kunt u het beste kort voor de entdatum kopen, omdat het in de koelkast slechts korte tijd goed blijft. Per strobaal heeft u ongeveer 1 liter broed nodig. Hygiëne is een allereerste vereiste bij het voorbereiden en enten van de strobaal. Zo kunt u ziekten voorkomen.