Op grond van hun doorgaans zwaardvormige bladeren worden irissen ook wel zwaardlelies genoemd. Het plantengeslacht Iris komt weliswaar wereldwijd voor, maar vrijwel uitsluitend op het noordelijk halfrond. Er bestaan rond 200 verschillende soorten en een onnoemelijk aantal rassen en vormen. Over de indeling daarvan kunnen ook in vakkringen de meningen sterk uiteenlopen. Grofweg kunnen irissen worden onderverdeeld in bolvormende en niet-bol-vormende soorten en rassen. De planten van de laatstgenoemde groep hebben wortelstokken of verdikte wortels. Verreweg het belangrijkste voor de tuin zijn de bekende Baardirissen (Iris Germanica Groep), waartoe lage, middelhoge en hoge rassen behoren.
Wortelstokken of bollen
Deze indeling heeft betrekking op de ondergrondse delen van de planten. Er zijn soorten met wortelstokken waaruit krachtige bladpollen ontstaan: Baardiris (Iris Germanica Groep), Siberische lis (Iris sibirica) en Japanse lis (Iris ensata). Andere irissen groeien uit bollen Hollandse iris (Iris Hollandica Groep), lage bolirissen en worden door sommige experts als een afzonderlijk plantengeslacht beschouwd. In de praktijk zijn wortelstok irissen vaste planten, terwijl bol irissen tot de bolgewassen worden gerekend. Daarnaast zijn er soorten die dahlia achtige knollen hebben, of verdikte wortels, net als Daglelie (Hemerocallis).
Met of zonder baard
Ook de bloemen van irissen verschillen van soort tot soort. Baardirissen hebben op de omlaag hangende bloembladeren een borstelachtige baard, die bij de overige irissoorten ontbreekt.
Vochtig of droog
De eisen met betrekking tot de standplaats lopen eveneens uiteen. Droge, doorlatende grond is een vereiste voor bol irissen, die in vochtige grond schade zouden oplopen. Japanse lis (Iris ensata) en Engelse iris (Iris latifolia) en Gele lis (Iris pseudacorus) daarentegen geven juist de voorkeur aan een vochtige standplaats.
Eigenschappen
Bloeiperiode:
Bijzonderheden:
Standplaats:
Grond:
Hoogte tot:
Latijns/wetenschappelijke naam:
|
De standplaats van de Iris
Vrijwel alle irissen houden van de zon. Laat u goed informeren over de wensen van de planten met betrekking tot de grond en winterhardheid. Voor perken en borders zijn baardirissen, Hollandse en Engelse irissen geschikt. Aan de oever van de tuinvijver of in een vochtig gazon voelen gele lissen, Japanse, Siberische en Engelse irissen zich thuis. Voor de rotstuin en droge borders komen lage bol en baardirissen in aanmerking.
Onderhoud het jaar rond
Voorjaar | Zomer | Najaar |
Gunstige planttijd voor gele lis en Siberische lis. Bij overwinterde irissen de bruine bladeren verwijderen en beendermeel door de grond werken. | Bij droogte water geven. Na de bloei bloemstengels verwijderen, bladeren laten staan. Grote wortelstokken delen: snij ze in stukken en bestrooi de snijvlakken met houtskoolpoeder. De delen direct planten. | Gunstige planttijd voor baardirissen, Japanse lissen, andere vochtminnende irissen en bolirissen. De wortelstokken van baardirissen moet u ondiep planten. Gevoelige planten met takken afdekken. |
Tips bij het kopen | Tips van de prof | Licht en grond | Problemen |
Koop uitsluitend stevige, gladde irisbollen of grote, lichte wortelstokken met ten minste één gezonde bladinplant. Koop nooit rottende of gevlekte iris bollen. Neem ook geen verschrompelde wortelstokken. | Verwijder het onkruid tussen irissen niet met de schoffel, maar met de hand, om de doorgaans ondiep geplante bollen of wortelstokken niet te beschadigen. Snij irissen die u in de vaas wilt zetten vlak voor de knoppen open gaan. | Volle zon. Enkele soorten/ rassen nemen ook genoegen met halfschaduw. Droge of vochtige grond, afhankelijk van de soort. Veel irissoorten rotten in vochtige grond, andere vragen juist vochtige grond. Laat u goed informeren. | Vuur komt vooral voor bij vochtig weer. De schimmelziekte manifesteert zich door grote, donkere, geel omrande vlekken op de bladtoppen. Haal in het voorjaar oude, bruine bladeren weg, omdat de schimmel daarin kan hebben overwinterd. Bestrijd de ziekte met een fungicide. |