Binnen de groep van voorjaarsbloeiende krokussen kan er onderscheid worden gemaakt tussen de botanische soorten en de grootbloemige Tuinkrokussen. Botanische krokussen hebben kleinere bloemen en bloeien reeds vroeg in februari. Tuinkrokussen bloeien later.

Overwegend violet bloeit de veelgevraagde boerenkrokus (Crocus tommasinianus). Kenmerkend zijn de trechtervormige bloemen met de stralendgele meeldraden. Enkele rassen ervan, ‘Ruby Giant’, ‘Whitewell Purple’ en ‘Taplow Ruby’, zijn intenser van kleur. Klein en rond zijn de lichtviolette bloemen van Crocus sieberi. Aanbevolen rassen daarvan zijn ‘Firefly’ en ‘Violet Queen’.

Gele bloemen hebben Crocus ancyrensis, Crocus angustifolius en Crocus olivieri ssp. balansae, waarvan het ras ‘Zwanenburg’ bijzonder lang bloeit.

Witte bloemen met purperen strepen aan de buitenkant heeft de Schotse krokus (Crocus biflorus). De zilverlakense krokus (Crocus versicolor) lijkt er sterk op.

In twee kleuren, namelijk met crèmekleurige en purperviolette kroonbladeren, bloeit Crocus imperati, een van de geurende soorten.

Bijzonder bont zijn de rassen van de van oorsprong heldergele Crocus chrysanthus. Ze zijn in talrijke tinten verkrijgbaar, ook meerkleurig.

Botanische krokus Eigenschappen

     
    Bloeiperiode:Februari, Maart, April
    Bijzonderheden:Gemakelijk te verzorgen, Geurend, Ongevoelig voor ziekten
    Standplaats:Zon, Halfschaduw
    Grond:Doorlatend
    Hoogte tot:10 cm
    Latijns/wetenschappelijke naam:Crocus



De standplaats van de Botanische krokus

Geef botanische krokussen in uw tuin een plaats waar ze zich ongehinderd kunnen uitbreiden. Een dun gazon onder of tussen hoge, niet al te dichte bomen is een ideale standplaats voor botanische krokussen, waar ze gemakkelijk verwilderen. In de rotstuin of aan de voet van bladverliezende struiken voelen ze zich eveneens op hun plaats. Houd er rekening mee dat de sierlijke bloemen beter uitkomen als u de knollen in grote groepen plant.



Onderhoud het jaar rond

Voorjaar Zomer Najaar
Botanische krokussen stellen vrijwel geen eisen en hebben nauwelijks verzorging nodig. Het is belangrijk de grasachtige bladeren na de bloei rustig te laten vergelen en afsterven.Tijdens dit proces slaan de knollen energie op voor het volgende jaar. Na het afsterven van de bladeren kunt u de knollen opgraven, de broedknollen er afhalen en deze apart planten. U kunt ook het rijpe zaad oogsten en dit in het najaar zaaien. Plant botanische krokussen in het najaar, zodra de grond wat koeler is geworden. Plant de knollen op 5-10 cm afstand van elkaar 5-10 cm diep in de grond. Met bladeren afdekken, deze zorgen voor voedingsstoffen.
Tips bij het kopen Tips van de prof Licht en grond Problemen
Koop in het najaar vlezige knollen. Bij postorderbedrijven is het verkrijgbare assortiment vaak groter dan in het tuincentrum. Koop nooit zachte knollen. Neem ook geen knollen die al uitlopen, of snijwonden en deuken hebben. Vermeerder botanische krokussen bij voorkeur door zaad. Gebruik zaaiaarde, dek het zaad dun af met zand en houd het gelijkmatig vochtig. Botanische krokussen hoeven niet te worden gedeeld. Zon tot lichte schaduw. Botanische krokussen bloeien het mooist als ze in de volle zon staan. Doorlatende grond. Zandhoudende, licht zure grond is ideaal. Zeer zware, kleihoudende grond kunt u losser maken met zand. Als er slechts korte uitlopers verschijnen die spoedig rotten en afsterven, dan zijn de knollen wellicht aangetast door grauwe schimmel. Besmette knollen, te herkennen aan grijs schimmelpluis, moet u verwijderen en vernietigen. Plant op deze plaats ten minste vijf jaar lang geen bol en knolgewassen.