Wanneer u een gipsplaten plafond maken wilt hoe dan rekening met welke plaat u kiest. Er zijn twee typen gipsplaat op de markt: platen die alleen kunnen worden geschilderd of behangen en platen waarop u stukadoorswerk kunt aanbrengen. Welk type u kiest, hangt af van hoe u de platen wilt bewerken. Als u een plafond gaat maken, is het goed om dat met zijn tweeën te doen. Het is zwaar werk, omdat u boven uw hoofd moet werken. Om stevig te staan kunt u overwegen om een huissteiger aan te schaffen of te huren.
In deze klus gaan we ervan uit dat het oude plafond al verwijderd is. En tegen de bestaande balklaag wordt een nieuw plafond van gipsplaten aangebracht. Controleer wel eerst of het bestaande regelwerk nog in goede conditie verkeert en wat belangrijk is, of het de juiste afmetingen heeft om de gipsplaten (60 cm breed) vast te zetten. De tengels liggen 30 cm h.o.h. zodat één plaat in de lengterichting een ondersteuning heeft van één tengel in het midden en twee tengels aan de zijkanten, die voor de helft worden bedekt
Stap 1
Zaag de gipsplaten op maat. Dit kan met een gewone handzaag. Het kan ook sneller: snijd één papierzijde door met een stanleymes. Leg de plaat met de doorgesneden zijde naar boven op een lat of een plank en geef een tik op de plaat. Deze breekt nu gemakkelijk door. Nu kunt u de andere papierzijde doorsnijden.
Stap 2
Voordat u een plaat aanbrengt, schrijft u een eventueel lichtpunt of ander obstakel nauwkeurig op de plaat af. Gipsplaat is kwetsbaar, ook voor het boren (en uitzagen) van sparingen. Doe dit daarom op een vormvaste ondergrond terwijl de gehele plaat voldoende wordt ondersteund. Onder de te maken sparing legt u (op de werkbank) een stuk spaanplaat waarin de boor kan vastlopen. Vanuit de vier boorgaten wordt de sparing met een schrobzaag voorzichtig aangebracht.
Ook het aanbrengen van de gipsplaat dient met de nodige zorg te geschieden, want mede door de grote lengte is breken tijdens het omhoog brengen niet ondenkbaar. Doe dit met zijn tweeën en zet van tevoren twee stevige trappen klaar bij de plaatsen waar de uiteinden van de plaat worden bevestigd. Maak van tevoren twee (of drie) hulpschoren van een stevige lat, enkele centimeters langer dan de kamerhoogte (onderkant gipsplaat) en schroef hierop aan de bovenkant een strook spaanplaat. Deze hulpschoren plaatst u binnen handbereik naast elke trap. Schuif dan de gipsplaat (beiden met één hand naar het midden van de plaat) in de gewenste positie en fixeer deze met de twee (of liever drie) hulpschoren.
Let erop dat de platen dwars op de richting van de plafond regels moeten komen. U brengt ze aan in halfsteensverband, wat inhoudt dat de kopse kanten van de platen nooit in elkaars verlengde liggen. Laat in de lengte steeds ongeveer 4 mm vrij tussen de platen. De kopse kanten komen wel stijf tegen elkaar te liggen. U maakt de platen vast met roestvrije spijkers of speciale gipsplaatschroeven.
Stap 3
Breng voegband aan over de naden tussen de platen en dicht ze vervolgens met vulmiddel. Als het plafond later nog gestukadoord wordt, hoeft u hetvulmiddel niet aan te brengen. Het opvullen van de naden gebeurt dan tegelijk met het stukadoren.
Stap 7
Veeg met een vochtige spons de randen van de voegbandstrook gelijk. Wanneer de voeg droog is kunt u het overtollige gips ook makkelijk weg schuren
Gereedschappen
- Zaag
- Stanleymes
- Trap
- Plamuurmes
- Spons
