Bijna overal komt stucwerk voor. Stucwerk wordt toegepast als basislaag voorverdere afwerking, maar kan ook zelf een decoratieve functie hebben. Stukadoren is niet gemakkelijk, maar als u een beetje handig bent, kunt u zelf een aardig stukje vakwerk afleveren. In deze klus gaan we een muur stukadoren.
Stap 1, de ondergrond voorbereiden
Maak de muur schoon en stofvrij en behandel hem eventueel voor met een voorbehandelingsmiddel. Voor een gladde wand heeft u een ander soort voorbehandelingsmiddel nodig dan voor een ruwe. Voorbehandelen is vooral nodig bij niet of zwakzuigende ondergronden zoals beton en bij onregelmatig zuigende muren, zoals een wand van gasbetonblokken of metselwerk van verschillende soorten steen.
Stap 2, stucgeleiderprofielen plaatsen
Maak een beetje gips aan en breng daarmee een aantal stucgeleiderprofielen van gelijke dikte verticaal aan op de muur, op een onderlinge afstand van ongeveer 1,5 m. De onderlinge afstand is afhankelijk van de lengte van de door u gekozen rei. Zorg er voor dat de profielen waterpas staan.
Stap 3, hoekprofielen plaatsen
Als de muur een uitwendige hoek heeft, is hetverstandig daar hoekprofielen tegenaan te zetten. Zo voorkomt u dat de hoek later beschadigd raakt. U bevestigt de hoekprofielen met een paar dotten gips. Laat ze goed aandrogen voordat u verder gaat met de volgende stap.
Stap 4, gips aanmaken
Maak het gips aan waarmee u de muur gaat stukadoren. U heeft keus uit verschillende gipsmortel. Rotband en Goldband gebruikt u voor een pleisterlaag die als basis dient voor verdere bewerking, bijvoorbeeld behang of tegels. Het verschil tussen Rotband en Goldband is dat Rotband wordt gebruikt voor laagdiktes vanaf 5 mm en Goldband voor lagen vanaf 10 mm. Er is ook Fix & Finish, dat gebruikt wordt voor een laag van ongeveer 2 mm. Geelband geeft een schuurwerkeffect: het zorgt voor decoratief stucwerk dat geen verdere afwerking nodig heeft. Gooi eerst koud leidingwater in een schone kuip of emmer. Voeg daar losjes een beetje gips bij en laat het even bezinken. Herhaal dit totdat er een soort eilandje van gips in het water ontstaat. Dan heeft u de juiste verhouding. Meng het geheel bij.
Stap 5, gips aanbrengen
Breng een laag gips aan. Dit wordt berapen genoemd. Neem daarvoor wat gips op het spaarbord en breng het op de muur aan met de pleisterspaan. U beweegt daarbij de spaan van beneden naar boven. Het gips dat van de pleisterspaan af valt, vangt u op met het spaarbord. Werk in banen van links naar rechts als u rechtshandig bent en van rechts naar links als u linkshandig bent. Probeer niet meteen een zuiver glad resultaat te bereiken, maar breng de stuclaag snel aan.
Stap 6, vlak maken met de rei
Zet de muurvlak af met de rei. U beweegt hierbij de rei van beneden naar boven over de muur om ervoor te zorgen dat de pleisterlaag mooi vlak wordt. Beweeg de rei ook van links naar rechts.
Stap 7, gaten opvullen
Vul de gaten die er nog zijn, op met gips.
Stap 8, opnieuw vlak maken met de rei
Rei de muur opnieuw af. Vul de gaten die er nog zijn op met gips. Herhaal het afreien totdat de muur egaal bedekt is met gips.
Stap 9, verwijderen van stucgeleiderprofielen
Haal de stucgeleiderprofielen weg als dat nodig is. Als u de muur nog afwerkt met bijvoorbeeld behang of tegels, kunnen de geleiderprofielen blijven zitten. Vul de vrijgekomen ruimtes op met gips en rei deze af, waarbij u de reeds afgereide laag als geleider gebruikt.
Stap 10, gladstrijken met spackmes
Laat het gips uitharden totdat u er net niet meer met uw vingers in kunt drukken. Strijk de muur vervolgens zonder kracht te zetten glad met een spackmes. Laat het gips nu uitharden totdat het niet meer opzij te drukken is met de vingers.
Stap 11, doorschuren met schuurblok
Als het gips niet meer opzij te drukken is met de vingers en enigszins mat gekleurd is, maak het dan nat met een blokkwast en schuur het door met een schuurblok. Doorschuren houdt in dat u ronddraaiende bewegingen maakt op de muur om oneffenheden en aanzetten van de rei weg te werken. Laat de muur ongeveer vijf minuten aandrogen.