Paardenkastanjes hebben opvallende, kaarsvormige bloeiwijzen, brede kronen en een dicht bladerdek van grote, gedeelde bladeren. Ze verkleuren in het najaar goudgeel.

  • Aesculus hippocastanum is de alom bekende, witte paardenkastanje. Deze zeer grote, snelgroeiende boom kan tot 30 m hoog worden. In het voorjaar ontstaan uit forse, harsachtige knoppen, met pels bedekte uitlopers. Die groeien uit tot 25 cm grote, handvormige bladeren. In april en mei verschijnen de tot 20 cm hoge, witte bloempluimen. De afzonderlijke bloemen hebben gele of rode tekeningen en lokken talrijke insecten aan. In september ontstaan dan de bolvormige vruchten. De stekelige omhulsels springen op een gegeven moment open, waarna de grote, bruine, giftige zaden vrijkomen: de populaire kastanjes.
  • Aesculus hippocastanum ‘Baumannii’ bereikt een hoogte van 20 m en heeft een piramide vormige kroon. Opvallend zijn de tot 15 cm hoge, witte, gevulde bloemen die in mei verschijnen. Deze kastanje is een veel toegepaste laan- en straatboom die geen vruchten zet.
  • Aesculus x carnea wordt donkerrode paardenkastanje genoemd. Alle delen van deze boom blijven kleiner dan die van de witte paardenkastanje. De maximale hoogte is 15 tot 20 m, de bladeren worden ongeveer 15 cm lang. Mooi zijn de lange, rechtopstaande, rode bloemen die de boom in mei tooien. Er verschijnen slechts zelden vruchten en zaad.
  • Aesculus x carnea ‘Briotii’ is voor de tuin zeer geschikt. De boom wordt slechts 10-15 m hoog en groeit langzaam. De bloemen zijn echter groot en intens van kleur. Ze verschijnen in mei in 20-25 cm hoge, bloedrode pluimen. Vruchtzetting komt helaas nauwelijks voor.
  • Aesculus pannflora, de herfstpaardenkastanje, onderscheidt zich van de andere soorten door de struikvormige groeiwijze. De planten worden maximaal 3 m hoog en vormen dicht bij de stam worteluitlopers, waardoor ze na verloop van tijd 4 m breed kunnen worden. De tot 20 cm lange bladeren zijn bij het uitlopen roodbruin, later groen. Pas in juli en augustus steken de tot 30 cm hoge, witachtige bloempluimen met de lange meeldraden erbovenuit.
Paardenkastanje Eigenschappen

    Bloeiperiode:

      Afhankelijk van soort, April, Mei, Juni, Juli, Augustus

    Bijzonderheden:

      Gemakelijk te verzorgen, Giftig

    Standplaats:

      Zon, Halfschaduw

    Grond:

      Lichtvochtig, Diepgrondig

    Hoogte tot:

      30 m

    Latijns/wetenschappelijke naam:

      Aesculus

    De standplaats van de Paardenkastanje

    Paardenkastanjes reageren gevoelig op zout. Plant ze daarom niet te dicht langs wegen die in de winter worden gepekeld. De bomen komen het best tot hun recht als solitair. Als ‘huisbomen’ passen ze goed langs de oprit of in de voortuin. Ze zorgen op hete dagen voor verkoeling. Met een achtergrond van grote bomen komen herfstpaardenkastanjes prachtig uit.

    Onderhoud het jaar rond

    Voorjaar Zomer Najaar
    Jonge paardenkastanjes moet u voor het uitlopen van de bladeren planten. Oudere bomen snoeien, zolang ze zich nog in de winterrust bevinden. Verwijder alleen gebroken, kruislings en naar binnen groeiende takken. Grote wonden met een wondafdekmiddel insmeren. Geef de planten een keer per week water, in perioden van aanhoudende droogte twee keer. Bij hitte de grond vochtig houden. De wortelzone van jonge bomen de eerste jaren met een ruime hoeveelheid compost bedekken.
    Tips bij het kopen Tips van de prof Licht en grond Problemen
    Koop jonge containerplanten met stevige stammen zonder of met slechts weinig vertakkingen. Koop nooit hoge, rijk-vertakte paardenkastanjes in grote containers. Deze planten hebben meer tijd nodig om te wortelen. Voor een laan van kastanjes de bomen op 12 m onderlinge afstand planten. Hoge paardenkastanjes niet snoeien; nieuwe scheuten kunnen schade oplopen door harde wind. In het voorjaar alleen dode of gebroken takken verwijderen. Volle zon tot halfschaduw. Op een standplaats in de volle zon groeien paardenkastanjes compacter. Bovendien bloeien ze uitbundiger. Losse, vochtige grond. Paardenkastanjes hebben diepe, gelijkmatig vochtige grond nodig. Bruine, veelal geel omrande bladvlekken duiden op bladvlekkenziekte. Bij deze schimmelziekte kunnen de bladranden omkrullen en de bladeren afvallen. Met een loep kunt u zwarte schimmelsporen op het afgestorven weefsel ontdekken. Verwijder regelmatig de afgevallen bladeren van de grond.