Chinese kool (Brassica pekinensis) is afkomstig uit Oost-Azië. Door de milde, aromatische smaak, heeft de kool zich ook een plaats weten te veroveren in de westerse keuken. De teeltduur is kort.
Chinese kool is een langedagplant. U kunt deze groente dus beter niet in de vroege zomer planten. De kans op bloemvorming (schieten) is dan te groot. Zaai daarom op z’n vroegst eind juni, zodat de jonge planten steeds korter wordende dagen tegemoet gaan. Ook temperaturen onder de 18°C tijdens de teelt kunnen ertoe leiden dat de kool gaat schieten. In het najaar ontwikkelen zich de dikke koolkoppen. Er kan onderscheid worden gemaakt tussen twee vormen: gedrongen en slanke koppen. Chinese kool is vorstbestendig tot -6°C. In ons klimaat kan de kool daarom vaak tot december op de bedden blijven staan.
Eigenschappen
|
Enkele Chinese kool rassen en hun bijzonderheden:
- Kasumi: Zeer stevige, zware, korte en buikige kool; middelgroen; traagschietend, daarom vroege teelt mogelijk; bewaarkool.
- Dalida: Stevige, vrij korte, buikige kool; middelgroen; snelgroeiend; traagschietend; goed bestand tegen rand; bewaarkool.
- Asten: Uniform groeiende, goed gesloten kool met een gewicht van maximaal 1,5 kg; traagschietend; bij voorkeur vers gebruiken.
- Masamune: Stevige, langwerpig ronde kool; sterk gewas, tolerant tegen knolvoet; voor vers gebruik, ook goede bewaarkool.
- Osiris: Stevige, bijzonder zware, halfhoge, ovale kool; geelgroene kleur; uniforme groei; goede bewaarkool.
- Hopkin: Stevige, middelgroene kool; zeer vroege teelt in de kas mogelijk; traagschietend; bij voorkeur vers gebruiken.
- Parkin: Stevige, zware, ovale tot cilindrische kool; middelgroen; resistent tegen knolvoet; goede bewaarkool.
- Zelfsluitende Granaat: Zeer lange, slanke, stevige kool; donkergroen; snelschietend, daarom laat zaaien; redelijk goede bewaarkool.
- Michihili: Vrij slanke, middellange kool; prachtig donkergroen; tot 2,5 kg zwaar; voor vers gebruik, kort houdbaar.
- Cantonner Witkrop: Stevige, hoge, slanke kool; middelgroen; snelschietend, daarom niet voor juli zaaien; goede bewaarkool.
- Broeken: Slanke, rechte kool met lange buitenbladeren; donkergroen; bereikt een gewicht van 3 kg; goede bewaarkool.
- Chiko: Zeer stevige, hoge, cilindrische kool; middelgroen; zeer goede bewaarkool.
Tip: In een gemengde cultuur samen met sla, snijbieten, selderij of rode bieten gedijt Chinese kool zeer goed. Daarnaast gaat u met een dergelijke combinatie aantastingen door plagen tegen.
Plant Chinese kool niet op bedden waar al andere planten uit de Kruisbloemenfamilie hebben gestaan, bijvoorbeeld diverse koolsoorten, rammenas of radijs. Dit kan aantasting door knolvoet bevorderen. Op bedden met aangetaste planten mag u tien jaar lang geen kruisbloemigen meer planten.
Onderhoud het jaar rond
Voorjaar | Zomer | Najaar |
Zaai Chinese kool tussen eind juni en begin augustus ter plaatse: om de 30 cm twee tot drie zaden. Houd tussen de rijen een afstand aan van 35 cm. Het zaad goed vochtig houden. Voorgekweekte of gekochte jonge kool tussen half juli en eind augustus planten | De grond met compost bedekken en vochtig houden. Vanaf oktober oogsten. Voor de eerste strenge vorst de kolen met wortels uitgraven en in de kelder in vochtig zand of in krantenpapier bewaren. Afhankelijk van het ras is de kool tot januari/ februari houdbaar. |
Tips bij het kopen | Tips van de prof | Licht en grond | Problemen |
Koop vers zaad of gezonde jonge planten bij de zaadhandel of in het tuincentrum. Koop nooit zaad in open of aangebroken zakjes en gebruik geen zaad van het jaar ervoor. Neem ook geen langgerekte, dunne jonge planten met gele bladeren. | Wilt u de kool bewaren,dan rolt u elke kop met wortelkluit afzonderlijk in krantenpapier. Aan de boven- en onderkant open laten. Rechtop in fruitkisten plaatsen en koel wegzetten. Voor het bewaren alle rottende delen verwijderen. | Volle zon. Chinese kool gedijt het best op een zonnige standplaats. Doorlatende, voedselrijke grond. Een bijzonder rijke oogst bereikt u als u de kool in iets zwaardere grond teelt, die ook wat leem en kalk bevat. | Aardvlooien, ongeveer 2 mm lange zwarte kevertjes, vreten gaten in de malse bladeren. Als de hartbladeren ernstig zijn aangetast, kunnen er geen koppen worden gevormd. Preventief de planten afdekken met vlies, steenmeel verstuiven en de grond vochtig houden. |