Lage baardirissen behoren evenals de middelhoge en hoge rassen tot de Iris Germanica Groep.
Groei
Zoals uit de aanduiding al blijkt, onderscheiden ze zich van de overige baardirissen binnen deze groep door hun geringe hoogte van 10-40 cm. De bloemen verschijnen direct boven de blad punten. De groeiwijze van alle baardirissen is gelijk. Uit dikke, kruipende, zeer ondiep liggende wortelstokken ontstaan pollen van zwaardvormige, stijve, grijsgroene bladeren, ’s Winters blijven de bladeren meestal groen. In het voorjaar hoeft u alleen de afgestorven bladeren te verwijderen. Er komen nieuwe bladeren bij, waardoor de planten het hele jaar door een hoge sierwaarde hebben.
Bloemen
Evenals bij alle overige baardirissen, zijn ook bij de lage rassen haren te zien op elk van de drie buitenste, hangende bloembladeren. De ‘baard’ kan naargelang het ras de kleur van de bloembladeren hebben, of een afwijkende kleur. De drie binnenste bloembladeren staan omhoog. Baardirissen kunnen in alle kleuren bloeien (behalve in een zuivere scharlakenrode tint) en zelfs in twee of meer kleuren.
Bloeiperiode
Lage baardirissen bloeien vroeger dan hogere. In het algemeen kan worden gesteld: hoe lager de planten zijn, des te eerder ze zullen bloeien. Met de bloeitijd in april en mei zijn lage baardirissen echte voorjaarsbloeiers. De middelhoge bloeien in mei, de hoge van mei tot juli.
Eigenschappen
Bloeiperiode:
Bijzonderheden:
Standplaats:
Grond:
Hoogte tot:
Latijns/wetenschappelijke naam:
|
De standplaats van de Lage baardiris
Lage baardirissen hebben een warme, zonnige plaats nodig met licht kalkhoudende grond, anders gaan de wortelstokken gemakkelijk rotten. In een border met vaste planten zijn deze irissen mooi tussen andere voorjaarsbloeiers. Als omlijsting van een tuinpad zijn ze vooral geschikt door de geringe hoogte en de lang houdbare bladeren. In een zonnige rotstuin vinden de planten optimale voorwaarden, namelijk de benodigde, goed doorlatende grond. Ook voor het balkon of de daktuin zijn deze laag-blijvende vaste planten geschikt. Plant de wortelstokken horizontaal en ondiep.
Onderhoud het jaar rond
Voorjaar | Zomer | Najaar |
In het vroege voorjaar bruine bladeren aan de basis afbreken. Let erop dat u daarbij nieuwe scheuten niet beschadigt. Breng tussen de pollen een kleine hoeveelheid organische mest aan. Na de bloei de bloemstengels dicht bij de grond afsnijden. Te dichte pollen kunt u nu delen. | Dit is een gunstige plant tijd. Pas geplante baardirissen in het eerste jaar bij droogte regelmatig licht gieten. Onkruid liever niet schoffelen, maar met de hand wieden, zodat u de ondiepe wortels niet beschadigt. De grond niet met mulch afdekken om rotting van de knollen te voorkomen. | Bruine bladeren in het najaar verwijderen, de groene laten staan. |
Tips bij het kopen | Tips van de prof | Licht en grond | Problemen |
Koop in augustus of september grote, stevige knollen met lichtbruine, draderige wortels en met ten minste een uitlopende bladinplant. Koop nooit zachte knollen. Controleer de knollen op rotting door er even aan te ruiken. | Lage baardirissen moeten op ten minste 10 cm afstand van andere planten staan om niet in de verdrukking te raken. Na het delen van de knollen moet u de bladeren op 10 cm terugsnijden, voordat u ze opnieuw plant. | Volle zon. Baardirissen groeien en bloeien het beste als ze de hele dag in de volle zon staan. Doorlatende grond. Baardirissen houden van losse, doorlatende, licht kalk houdende grond. Zware grond met zand verbeteren. | De eerste symptomen van knolrot zijn vergelende en verdrogende bladpunten. Verder stagneert de groei. Een aantasting wordt bevorderd door vochtige grond en door overbemesting met stikstof. Verwijder de knollen van aangetaste planten en geef mest met veel fosfor. |