Grootkronige narcissen hebben ver geopende bijkronen, die meer dan een derde van de lengte van de buitenste kroonbladeren bereiken. De bijkronen zijn echter nooit langer dan de buitenste kroonbladeren.

  • Witbloeiende rassen zijn ‘FrigidyWhite Butterfly’, ‘Stainless’ en ‘Pigeon’. De lichtgele bijkroon van ‘Ice Follies’ wordt in de loop van de bloei ook zuiverwit.
  • Gele rassen zijn ‘Carlton’, ‘Yellow Sun’ en ‘Golden Aura’.
  • Tweekleurig met een witte krans bloeien ‘Duke of Windsor’,‘Don Carlos’, ‘Flower Record’,‘Professor Einstein’ en ‘Semper Avanti’, alle met een oranje bijkroon. ‘Silver Standard’ heeft een zacht zwavelgele bij kroon. Zeer apart zijn de roze getinte bijkronen van ‘Cool Flame’, ‘Passionale’, ‘Romance’, ‘SalmonTrout’ en ‘Salome’.
  • Tweekleurig met een gele krans zijn de rassen ‘Binkie’ en ‘Daydream’ (lichtere kroonbladeren). Sterke contrasten laten de rassen met oranje of rode bijkronen zien. Daartoe behoren ‘Ceylon’, ‘Sun Chariot’, ‘Fortune’, ‘Red Devon’ en ‘Ambergate’.

Grootkronige narcis Eigenschappen

     
    Bloeiperiode:April, Mei
    Bijzonderheden:Gemakelijk te verzorgen, Giftig, Geurend
    Standplaats:Zon, Halfschaduw
    Grond:Voedselrijk, Doorlatend
    Hoogte tot:50 cm
    Latijns/wetenschappelijke naam:Narcissus



De standplaats van de Grootkronige narcis

Grootkronige narcissen kunt u in de tuin veelzijdig toepassen. In borders en perken zetten ze vrolijke accenten. Voor verwildering op het gazon of onder struiken zijn talrijke rassen geschikt, vooral ‘Carlton’ en ‘Silver Standard’. In kuipen en plantenbakken komen grootkronige narcissen eveneens goed tot hun recht. Rassen met roze bij kronen kunt u het beste in de halfschaduw planten. Ze zijn dan beter beschermd tegen de felle middagzon, waarin ze verbleken.



Onderhoud het jaar rond

Voorjaar Zomer Najaar
Verwelkte bloemen verwijderen, maar de bladeren laten staan. Deze pas afsnijden als ze volledig zijn vergeeld. De dichte pollen delen. U kunt de bollen direct terugplanten of ze op een koele plaats tot het najaar bewaren. Plant de bollen in september 10-20 cm diep en op 10 tot 20 cm onderlinge afstand. In zware grond moet u onder de bollen een drainagelaag van zand of grind aanbrengen. Na het planten compost of hoornspaanders rond de bollen verdelen en ondiep door de grond werken. In kuipen of plantenbakken kunt u de bollen wat dichter bij elkaar en wat minder diep planten. Op een vorst vrije plaats laten overwinteren.
Tips bij het kopen Tips van de prof Licht en grond Problemen
Koop zo groot mogelijke bollen. Bollen met twee punten worden dubbele neuzen’ genoemd en brengen meestal ook twee bloemen voort. Koop nooit zachte of beschimmelde bollen. Neem geen bollen met scheuren. Markeer in de zomer zonnige plaatsen onder struiken om daar narcissenbollen te laten verwilderen. De bladeren niet verwijderen voor ze helemaal zijn vergeeld. De planten halen er de energie uit voor de bloei in het volgende jaar. Volle zon tot halfschaduw. Rozebloeiende rassen houden van halfbeschaduw de plaatsen, beschermd tegen de middagzon. Voedselrijke, goed doorlatende grond. Zware grond kunt u met zand of compost verbeteren. Brede, ingevallen, bleekgroene of witte strepen op de bladeren zijn symptomen voor een aantasting door een virus. De ziekte kan niet worden bestreden. U moet aangetaste planten en bollen vernietigen. Plant op deze plaats enkele jaren geen narcissen meer.