De enkelvoudige late tulpen sluiten de rij van voorjaars bloeiers en overbruggen de pauze tot de zomerbloei. De voorouders van deze late tulpen komen uit Nederlandse en Engelse landhuistuinen. Ze doen het dan ook bijzonder goed in een landelijke tuin.
De bloemen zijn bijzonder groot, slank eivormig en hebben zes blaadjes. De bloemen staan op sterke stelen en zijn in de vaas vele dagen houdbaar. Ze bloeien lang, soms wel meer dan vier weken. Hun bloeitijd begint in mei en duurt tot in de loop van juni. Het aantal enkelbloemige rassen is enorm. Daarnaast zijn er ook vele meerbloemige rassen verkrijgbaar.
Middelhoge, enkelbloemige late rassen (40 tot 55 cm) zijn ‘Sorbet’ (crèmewit, roodgevlamd), ‘Union Jack’ (wit met een rode rand), ‘Shirley’ (crèmewit met een purperen rand), ‘Princess Margret Rose’ (geel met een oranjerode rand), ‘Dillenburg’ (oranje aardkleurig), ‘Palestrina’ (zalmroze met groene basis), ‘Rosy Wings’ (roze, wit hart), ‘Fireside’ (geel, roodgevlamd) en ‘Greuze’ (felpaars).
Hoge late rassen (60 tot 75 cm) zijn ‘White City’ (wit), ‘Maureen’ (crèmewit met bleekbruin), ‘Magiër’ (wit met een paarsblauwe rand), ‘Golden Harvest’ (citroengeel), ‘Temple of Beauty’ (oranje dieprood), ‘Kingsblood’ (kersrood met een dieprode rand), ‘Advance’ (dieprood met blauw hart) en ‘Queen of Night’ (purperzwart).
Meerbloemige late rassen (45 tot 65 cm) zijn bijvoorbeeld ‘Berliner Weisse’ (wit), ‘Modern Style’ (wit en felroze gevlamd), ‘Mamasa’ (goudgeel), ‘Orange Bouquet’ (oranjerood),‘Red Georgette’ (felrood) en ‘Wallflower’ (mahonierood, van binnen geel, met sterke steel).
Eigenschappen
|
De standplaats van de Enkelvoudige late tulpen
Enkelvoudige late tulpen komen vooral goed uit in groepjes van minimaal vijf stuks. In perken overbruggen deze late tulpen de pauze tot de zomerbloei. Plant ze evenwel niet op de voorgrond, zodat de afstervende bladeren niet storen. In bakken staan vooral middelhoge en meerbloemige rassen prachtig.
Onderhoud het jaar rond
Voorjaar | Zomer | Najaar |
Geef de tulpen, zodra in het voorjaar de eerste bladpunten verschijnen, bollenmest of hoornmeel. Snij verwelkte bloemen na de bloei af, maar laat de bladeren staan, zodat ze in alle rust kunnen afsterven. Haal de bollen wanneer de hoeveelheid bloemen na twee tot drie jaar afneemt, na het afsterven van de bladeren uit de grond. Plant in het najaar op een andere plek nieuwe tulpenbollen in voedselrijke grond. | Plant de tulpenbollen in het najaar in groepjes in voedselrijke, doorlatende maar niet met verse mest behandelde grond. De plantdiepte bedraagt 10-15 cm, de plant-afstand 15-20 cm. |
Tips bij het kopen | Tips van de prof | Licht en grond | Problemen |
Koop in het najaar zo groot, gezond, stevig, en vlezig mogelijke bollen. Koop nooit kleine, verschrompelde, beschadigde of schimmelige bollen en ook geen oude bollen uit aanbiedingen tegen het einde van de herfst. | Meerbloemige rassen zorgen voor een buitengewoon dichte bloemenpracht in kuipen en bakken. Snij bloemen voor de vaas als ze nog in knop staan maar wel al volledig op kleur zijn. Vul de vaas met niet meer dan 10 cm water. | Zon tot halfschaduw. Op zonnige plaatsen doen de tulpen het iets langer, maar ze gedijen ook in de halfschaduw. Doorlatende, voedselrijke grond waarin geen water staat. Verbeter zware grond met zand. | Tulpenvuur is een botrytis ziekte waarbij de scheuten misvormd worden. De bladeren hebben vaalgrijze vlekken, zijn gescheurd, zitten vol gaten of zijn vanaf de punt verkleurd. De bloemen hebben pokken. Graaf aangetaste bollen met aarde en al uit en vernietig ze. |