Muren en plafonds zelf schilderen (sauzen) is een creatief werkje, waarvoor u geen bijzondere vaardigheden of kracht nodig hebt, maar wel tijd en geduld. Helemaal zonder krachtsinspanning gaat het natuurlijk niet. Vooral het schilderen van plafonds of de bovenkant van de muren kost algauw een paar zweetdruppels, omdat de met verf doordrenkte roller steeds zwaarder lijkt te worden. Ook het bukken naar de verfemmer kost steeds meer moeite.
Ga georganiseerd te werk voordat u begint. De meeste voorbereidingen kunnen worden gedaan een dag of meer voor dat u gaat schilderen. Verplaats alle meubels uit de kamer of uit de weg. Grote meubels kunnen worden opgestapeld in het midden van de kamer en worden bedekt met doeken of plastic. Als u van plan om het plafond te schilderen, verwijder dan vast de lampen. Je zult sneller werken en minder fouten maken als je geen obstakels hebt om rond te werken. Leeg doeken of plastic op de vloer om af te dekken. Werk altijd van boven naar beneden bij het schilderen, dat helpt u om eventuele druppels te zien en te corrigeren of als de verf aan de loop gaat. Schilder dus eerst het plafond, dan de muren.
Voorbewerken van de ondergrond: Om de verf optimaal te laten hechten en voor een professionele indruk van het schilderwerk moet de ondergrond vlak en schoon zijn en goed hechten. Afhankelijk van de ondergrond zijn daarvoor deels zeer verschillende voorbereidingen nodig.
Oude verflagen: Als een geverfd vlak moet worden overgeschilderd, moet u eerst kijken of de nieuwe verf wel voldoende kan hechten aan de oude verflaag. Een eerste indruk krijgt u door hem te bekijken: als de oude verf hier en daar bladdert of bobbelt, is een grondige voorbewerking noodzakelijk.
Een goede indruk van het hechtvermogen van oude verf krijgt u met de zogenaamde plakproef: daarbij wordt een stuk zelfklevende tape op de muur geplakt en er met een ruk afgetrokken. Blijven er grovere verfdeeltjes aan de tape plakken, dan moet de oude verf worden verwijderd. Het verwijderen van de verf kan op twee manieren: afkrabben met een staalborstel of afschuren met een vlakschuurmachine. In beide gaat veel tijd en werk zitten.
Intacte oude verflagen worden alleen goed gereinigd. Afwassen is voldoende. Let vooral op vetvlekken op de muur. Die moeten grondig worden verwijderd, omdat de nieuwe verf anders niet houdt. Daarvoor kunt u het beste een speciaal afbijtmiddel gebruiken, waarmee de muur na het afwassen wordt behandeld. In oude gebouwen die lange tijd niet gerenoveerd zijn zit soms nog verf op lijmbasis op muren en plafonds. Die moet zeer grondig worden afgewassen, omdat dispersieverf daar slecht aan hecht.
Pleisterwerk: Als direct op pleisterwerk moet worden geschilderd, mag dat niet bros zijn. Een goede beoordeling van het hechtvermogen krijgt u met de kloptest, waarbij u met de knokkels op verschillende plaatsen op het pleister klopt. Er mag dan geen pleister afbrokkelen. Gebeurt dat wel, dan moeten de brosse muurgedeelten worden vernieuwd. Voor het schilderen worden vuile plekken met een staalborstel gereinigd.
Behang: Behang mag alleen worden overgeschilderd als het nog intact is. Als het behang hier en daar een beetje is losgeraakt, kunt u het voor u gaat schilderen met plaksel weer vastplakken. Let vooral op de naden tussen de banen behang. Ook hier mag het behang niet loszitten. Als op een paar plekken tussen de banen kleine spleten zijn ontstaan, kunnen de banen tijdens het schilderen met dispersieverf weer aan elkaar geplakt worden. Speciale voorbereidingen zijn hiervoor niet nodig. Heeft u meerdere lagen behang of is de toestand van het behang slecht, dan rest nog maar een oplossing: het behang verwijderen.
Voorbereidend op het schilderen: Voor het schilderen moet de ondergrond worden voorbewerkt (Scheur of gat opvullen in een muur) en moet alles goed afgeplakt en afgedekt zijn (Schilderen, goed afplakken). Tijdens het schilderen gaat de verwarming uit en moet er goede ventilatie zijn, bijvoorbeeld de ramen op een kier. Bij buitentemperaturen onder de 5 °C houdt u de ramen dicht, en zorgt u voor ventilatie door ramen in aangrenzende kamers op een kier te zetten. De verwarming wordt pas twee tot drie uur na het schilderen met gesloten ramen weer aangezet. Om de twee tot drie uur wordt er goed gelucht. We beginnen altijd met het schilderen van het plafond. Pas daarna komen de muren aan de beurt. Er wordt ‘nat in nat’ gewerkt; vooral bij werken met de roller moet u dus geen lange pauzes houden, zodat de gedeeltelijk geschilderde wand droogt. Het beste is altijd een hele wand af te maken.
Het echte werk: Begin met het goed doorroeren van de verf. Met een roerstaaf in een boormachine, en het toerental van de boor op de laagste stand zetten. Staaf tot de bodem in de verfemmer dopen en de boor dan pas aanzetten, anders spat de verf in het rond. Natuurlijk kunt u ook gewoon met een stok roeren, maar dat geeft een minder goed resultaat.
Dan begint u eerst de hoeken en randen te schilderen: verf in een verfbakje doen en met de brede kwast opbrengen. Let erop dat u de randen goed in de verf zet, zodat er geen stukken onbeschilderd blijven. De verf zo dun mogelijk, maar goed dekkend opbrengen.
Nadat randen en hoeken zijn gedaan begint u met de roller. Verfrooster in de emmer hangen of verf in een verfbak gieten en de rol van de roller licht in de verf dopen. Niet te veel verf opnemen. Dan de roller over het rooster rollen om overtollige verf te verwijderen. De verf in schuine, elkaar kruisende banen op de wand aanbrengen. Door verticaal of horizontaal overrollen de verf gelijkmatig verdelen.
Tip: Bij het schilderen van plafonds of hoge muren is een verlengstuk erg handig.
Zodra de muren droog zijn, verwijderd u de afplaktape. Langzaam en gelijkmatig trekken om ervoor te zorgen dat de verf niet mee omhoog komt. Zit de tape te vast probeer met een föhn deze te verwarmen, de lijm van de tape zal los komen.
Opruimen: Als het nodig is om een pauze te nemen tijdens uw project, wikkel kwasten en rollers dan met plasticfolie om ze vochtig en buigzaam te houden voor maximaal een dag of meer. Wanneer u klaar bent om weer aan het werk bent, gewoon uitpakken en hervat schilderkunst.
Goede kwasten zijn kostbaar en het redden waard, en kunnen vele malen gebruikt worden met de juiste zorg en reiniging. Om het schoonmaken makkelijker te maken, boort u een gat in de kwast net boven de metalen huls, steek vervolgens een draad of een grote spijker in het gat. Hang de kwast over een pot of een andere bak met voldoende water of verf oplosmiddel. Laten inwerken voor een tijdje, dan afspoelen en de haren afdrogen met een schone doek. Wikkel de borstel in plastic folie of plaats de borstel in zijn originele verpakking dan blijven de haren recht.
