Abrikozen hebben een warme, tegen wind en late vorst beschutte plaats nodig, wat de kans op succes in ons klimaat beperkt. Wilt u het toch proberen, kweek abrikozen dan als leiboom aan een zuidgevel of in een kas.
De vruchten hebben een groef, ze zijn viltig behaard en hebben oranjegeel tot roodachtig vruchtvlees. De relatief grote pit laat bij vrijwel alle rassen gemakkelijk van het vruchtvlees los. Van alle steenvruchten bevatten abrikozen de meeste mineralen en daarnaast veel caroteen en vitamine C.
De rassen verschillen van elkaar door het oogsttijdstip, het weerstandsvermogen en de vorstgevoeligheid. Abrikozen moeten enkele keren worden geoogst, omdat de vruchten niet allemaal tegelijk rijp zijn. Abrikozen met rotte plekken kunnen gevaar voor de gezondheid opleveren.