Tapijt van wol en katoen is in het algemeen wat minder duurzaam dan de synthetisch variant, hoewel er bij het laatste grote kwaliteitsverschillen voorkomen. Synthetisch soorten worden onder andere gemaakt van polyamide (nylon), poly-acryl, polyester en polypropyleen. Het oppervlak kan uit lussen bestaan of uit een gesneden pool.
Bouclé is lussentapijt; bij moquette, velours en saxony is de pool op verschillende lengtes opengesneden. Daarnaast bestaan nog verschillende types ribtapijt, zoals Tredford. Soorten met gesneden pool voelt prettig aan en is veruit het populairst.
Er worden allerlei combinaties van woonkamer bereikt u met vezel- en poolsoorten toegepast, waarbij de rug van het tapijt voorzien kan zijn van een foamlaag. Die maakt het gebruik van een zacht ondertapijt (om oneffenheden uit te vlakken en voor geluids- en warmte-isolatie) overbodig. Projecttapijt – meestal een laagpolig synthetisch soort – heeft een zware onderlaag van geweven textiel en rubber.
De keuze van een tapijt is niet eenvoudig; behalve het uiterlijk en comfort speelt vooral duurzaamheid een rol. Ook kan het gewenst zijn dat hij brandwerend of antistatisch is, of bestand tegen vloerverwarming. De betere soorten zijn vaak voorzien van symbolen waarmee de eigenschappen en toepassingsgebieden zijn aangeduid.