Alle over de soorten massief hout die veelal gebruikt worden. Eiken, red en yellow cedar, bankirei en lariks zijn houtsoorten die men veel tegen komt.
Massief hout is in drie handelsvormen verkrijgbaar. Het wordt als latten, kanthout (zoals balken) en planken aangeboden. Bij latten kan men holle lijsten (1), halfronde lijsten (2), ronde stokken (3), kwartlatten (4) en vierkante latten (5) onderscheiden. De gebruikelijke maten gaan van 3 tot 35 mm doorsnede, of van 5 tot 40 mm dikte. Zulk hout is meestal grenenhout en in lengtes van 2,10 m verkrijgbaar.
Bij kanthout en planken zijn er duidelijk zichtbare en kwalitatieve verschillen. Het oppervlak van ‘ruw bezaagd constructiehouf is in tegenstelling tot hout voor de meubelbouw niet geschaafd.
Een van de belangrijkste houtsoorten voor binnenshuis, bij meubelbouw, vensters, deuren, parket en fineer is eikenhout. Het heeft een grote dichtheid, wat wil zeggen dat het hard en zwaar is, en het laat zich goed bewerken.
Massief timmerhout is veel duurder dan gefineerd hout of fineerplaten, die uit verschillende soorten hout zijn samengesteld. Als u een massief houten meubelstuk wilt maken of kopen, wordt dat al gauw een kostbare aangelegenheid. Een massief houten meubelplaat kan wel meer dan honderd euro extra kosten. Bijzonder stevig en stabiel zijn planken die vervaardigd zijn uit aparte, aan elkaar gelijmde houten balkjes, van 19 tot 40 mm dik.
Ten slotte bestaan er nog houtsoorten die ‘op natuurlijke wijze’ tegen weer en wind kunnen. Red © en yellow cedar © twee zachte naaldhoutsoorten uit Noord-Amerika, hebben geen last van schimmel en insecten. Ze zijn evenals bankirei ® bestand tegen verweren. Ook het hout van de Europese lariks © is weersbestendig, zodat het vooral buitenshuis en ook in de scheeps- en waterbouw gebruikt wordt.
Buitenshuis dient hout weersbestendig te zijn, opdat het niet rot, krom trekt of opzwelt. Als het onder hoge druk geïmpregneerd is, kan de verwering het hout niets deren.
Europese en niet-Europese houtsoorten
We kunnen aannemen dat vele duizenden jaren geleden twee derde van de aarde met bos was bedekt. Tegenwoordig is dat nog ongeveer een derde deel van het totale aardoppervlak. De bosrijke streken liggen als twee groene gordels om de aarde. De gordel rond het noordelijk halfrond bestaat voornamelijk uit naaldwouden en zomergroen loofwoud. In het gebied rondom de evenaar zijn de tropische regenwouden, de mangrovebossen en savannen. Juist in deze tropische streken vindt duidelijk geen planmatige bosbouw plaats. Daarom wordt dringend aangeraden om bij de keuze van hout terug te vallen op Europees (naald)hout.
Ook in Europa is men er nog niet in alle landen voldoende van bewust dat bossen als ‘groene longen’ een levensvoorwaarde op aarde zijn. Met name de Scandinavische landen – Finland, Noorwegen en in de eerste plaats Zweden – geven hier echter het goede voorbeeld. In deze landen worden de bossen weliswaar meer dan een eeuw intensief geëxploiteerd, maar met wetten en financiële regelingen is er daar voor gezorgd dat er altijd steeds meer bomen groot groeien dan er worden gerooid. In Zweden nemen de houtvoorraden daarom de laatste 70 jaar alsmaar toe, en dat geldt sinds de jaren 60 van de vorige eeuw ook voor Finland en Noorwegen. Door deze intensieve bemoeienissen is vooral de reserve aan grenen– en vurenhout voor jaren gegarandeerd. Kies daarom liever voor Europees hout dan voor tropisch hout.
Europese houtsoorten zijn meestal lichtgekleurd. In vertrekken met veel donker (tropisch) hout heeft u meer licht nodig, anders maakt het vertrek een sombere indruk.