De Jonquille narcissen van de Jonquilla Groep zijn vrij laatbloeiende rassen. Evenals de zuivere soort Narcissus jonquilla, zijn ook de rassen enigszins vorstgevoelig. Ze hebben daarom met name in streken met een ruw klimaat een goed beschutte standplaats nodig.

De zuivere soort heeft twee tot zes diepgele, intens geurende, sierlijke bloemen op elke slanke, ronde stengel. Iedere bloem bestaat uit een krans van breed ovale bloembladeren en een kleine, schotelvormige bijkroon. De bladeren zijn grasachtig en smal. Deze typerende kenmerken heeft Narcissus jonquilla doorgegeven aan haar rassen, die meestal zuivergeel of tweekleurig zijn.

Tot de geelbloeiende rassen behoort ‘Baby Moon’, die met haar rijke bloei in mei en 30 cm hoogte sterk op de zuivere soort lijkt. ‘Trevithian’ bloeit goudgeel en wordt met een hoogte van 50 cm zeer lang. De 40 cm hoge ‘Sweetness’ is een uitstekend ras om in het gazon te verwilderen. De lichtgele, 40 cm hoge ‘Tittle Tattle’ bloeit pas vanaf eind mei.

Tweekleurige rassen zijn de slechts 20 cm hoge ‘Sugar Bush’ met crèmekleurige bloembladeren en een lichtgele bijkroon,‘Suzy’ met een oranje bij kroon en lichtgele bloembladeren (hoogte 40 cm) en ‘Pipit’, die 10-20 cm hoog wordt en citroengele bloembladeren met een witte bijkroon heeft. De 40 cm hoge, geel met wit bloeiende ‘New Day’ heeft een bijzonder lange bij kroon.

Witbloeiende rassen als ‘Waterperry’ en ‘Ocean Spray’ komen zelden voor.

Jonquille narcis Eigenschappen

    Bloeiperiode:

      April, Mei

    Bijzonderheden:

      Gemakelijk te verzorgen, Goede snijbloem, Geurend

    Standplaats:

      Zon, Halfschaduw

    Grond:

      Doorlatend, Humusrijk

    Hoogte tot:

      50 cm

    Latijns/wetenschappelijke naam:

      Narcissus Jonquilla Groep

    De standplaats van de Jonquille narcis

    De meerbloemige Jonquille narcissen gedijen goed in een aangelegde border, maar ook in een natuurlijke tuin. Tegen een muur geplant krijgen ze in een ruw klimaat bescherming tegen kou. In de rotstuin komen vooral de halfhoge en lage rassen bijzonder goed uit. In een rozenborder zorgen deze narcissen al voor de bloei van de rozen voor kleur. Aangezien u de grond rond de narcissen niet regelmatig hoeft te bewerken, hebben de rozen er geen hinder van. Op het gazon en onder bladverliezende bomen die in het voorjaar licht doorlaten, zien de planten er mooi uit.

    Onderhoud het jaar rond

    Voorjaar Zomer Najaar
    Verwijder regelmatig de uitgebloeide bloemen. Tot de bloei de planten gelijkmatig vochtig houden. Uitlopende bollen, die niet in het najaar zijn bemest, vloeibare mest geven. Vergeelde bladeren uittrekken en composteren. U kunt nu ook de bollen van te dicht bij elkaar staande planten rooien, voorzichtig delen en direct daarna weer in goed voorbereide grond planten. Plant de bollen ongeveer 10 cm diep. Meng rond ingewortelde narcissen wat speciale bolbloemenmest door de grond.
    Tips bij het kopen Tips van de prof Licht en grond Problemen
    Koop in het najaar zo groot mogelijke bollen (5 cm doorsnee). De bollen van deze groep narcissen zijn kleiner dan die van andere. Koop nooit zachte, beschadigde of beschimmelde bollen. Koop evenmin bollen die al uitlopen. Is er sprake van een minder rijke bloei, dan moet u de bollen rooien, delen en direct weer planten. Kalkhoudende grond kunt u ongeveer zes weken voor het planten met turf, bladaarde of rhododendron grond wat zuurder maken. Zon tot halfschaduw. Jonquille narcissen hebben in het voorjaar veel zon nodig, maar ze gedijen ook nog in de halfschaduw. Doorlatende grond. Bij zware grond en veel regen is het beter de bollen in een verhoogd bed te planten. Nematoden veroorzaken bruine wortels en misvormde bladeren en bloemen. Aangetaste bollen rooien en gedurende 2,5 uur in heet water van 43-46°C leggen. Daarna op een andere plaats planten. Op de aangetaste plaats enkele jaren geen bolgewassen planten.