Wanneer het u is gelukt de onderdelen van een werkstuk keurig passend te maken, kunt u ze aan elkaar bevestigen door schroeven, spijkeren en lijmen 3 of een combinatie van lijm en spijkers of schroeven.

Spijkeren

Spijkeren begint met de keuze van de goede maat spijker. De vuistregel is dat de spijkerdikte ± 1/7 moet zijn van de dikte van het dunste hout dat u bevestigt. Om een plank van 20 mm op een balk te spijkeren (een vloerplank b.v.) neemt u een spijker van ± 3 mm dik. U hebt dan keus uit 2.8 mm of 3.1 mm. Dat zijn wat vreemde maten, maar u zult het ermee moeten doen.

Voor de lengte van de spijker geldt dat deze 2 a 3 maal zo lang moet zijn als het dunste hout. Gebruik in ons voorbeeld dus een spijker van 50 a 60 mm. In de genoemde diktes hebt u dan keus uit 50 en 55mm lengte. Zeker voor buitenwerk loont het gegalvaniseerde (bedekt met een dun laagje zink) spijkers te gebruiken die veel minder makkelijk roesten. Voor mooi werk wilt u misschien spijkers gebruiken die nagenoeg onzichtbaar verwerkt kunnen worden. Neem dan spijkers met ‘verloren’ kop. Uw keus is wat kleiner, maar ook dan vindt u een spijker van 55×2.8 (zo wordt een spijkermaat aangeduid.) Voor goed timmerwerk hoeft u nauwelijks te gokken. Spijker altijd op of tegen een stevige ondergrond zodat het werkstuk niet veert onder de hamerslagen.

Schroeven

Voor een schroefverbinding ook eerst de juiste schroef kiezen. Houd als vuistregel aan dat de schroef voor ± de helft van zijn lengte in het dikste hout moet kunnen dringen. Wordt de schroef zwaar belast, houd dan rustig driekwart van de schroeflengte aan. De dikte van de schroef wordt bepaald door de kracht die erop uitgeoefend wordt. Houd het liever op iets te dik dan op te dun. Stalen schroeven met platte kop zijn gebruikelijk. Deze verdwijnen geheel in het hout.

Schroeven met bolle kop worden o.a. gebruikt als er meer dan normale kracht op de schroef wordt uitgeoefend. Voor buiten en in een vochtige omgeving is het zinvol gegalvaniseerde maar nog liever messing (geel koper) schroeven te gebruiken. De eerste roesten minder, de tweede niet. Veel sanitair (kranen e.d.) wordt bevestigd door schroeven met een ‘lens’-kop. Dit is een schroef met een bolle kop die tot de helft van de kop-dikte verzinkt. Deze schroeven bestaan in messing en in vernikkeld messing.

Schroefgaten, als het even kan, altijd voorboren. Dit vergemakkelijkt het indraaien van de schroef enorm.

Lijmen

Het lijmen van hout en houtachtige materialen kan met vele lijmsoorten gebeuren (zie Lijmwijzer, pag. 172-175). Voorwaarde is dat de te lijmen oppervlakken stof- en vetvrij zijn en zo vlak dat ze elkaar over het gehele oppervlak raken. Lijm hecht niet op verf of op oude (bruine) houtlijm. Lijmverbindingen moeten tijdens het drogen vrijwel altijd geklemd worden, alleen al om de verbindingen op zijn plaats te houden. Doe dit met lijm-tangen of voorzie de verbindingen van schroeven of spijkers. Deze verbindingen worden zeer sterk. Hoewel… een goede lijmverbinding is al zo sterk dat de verbinding nooit op de lijmnaad
breekt of scheurt, maar ernaast!

Kops hout en de zijkanten van spaanplaat kunnen slecht gelijmd worden. De verbinding wordt sterker als de kopse kant of de zijkant van de plaat zo glad mogelijk wordt geschuurd. Breng dan op het kopse hout of op de zijkant van de plaat eerst een laagje verdunde lijm aan en laat dat grondig drogen. Maak daarna de lijmverbinding. Dit soort verbindingen wordt belangrijk sterker door het toepassen van houten pennetjes in de verbinding.