De meerjarige monnikskap is nauw verwant aan Ridderspoor en is een van de giftigste planten van de Ranonkel familie, waartoe beide geslachten behoren. De Nederlandse naam van de planten is ontleend aan de merkwaardig gevormde bloemen, die aan oude kappen van monniken doen denken. De bladeren zijn handvormig gedeeld of diep ingesneden.

Aconitum x cammarum ‘Bicolor’ wordt 1-1,2 m hoog. De wit met violetblauw gevlekte bladeren verschijnen in juli en augustus.

Aconitum carmichaelii ‘Arendsii’ bereikt 0,8-1,2 m hoogte en heeft in september en oktober grote, azuurblauwe bloemen.

Aconitum carmichaelii var. wilsonii kan tot 1,7 m hoog worden. De lichte, violetblauwe bloemen stralen in augustus en september.

Aconitum henry ‘Spark’s Variety’ laat in juli en augustus krachtig violetblauwe bloemen zien en kan 2 m hoogte bereiken.

Aconitum lamarckii bloeit in juli en augustus in een intens gele tint en wordt slechts 1,3 m hoog.

Aconitum napellus is de meest voorkomende soort en bloeit in juni en juli in een intens blauwe kleur. Naast het 1,5 m hoge, marineblauwe ras ‘Newry Blue’ zijn ook de matroze, 1 m hoge ‘Carneum’ en de witbloeiende ‘Album’ aan te bevelen die ongeveer 1,2 m hoog kunnen worden.

Monnikskap Eigenschappen

    Soort:

      Meerjarig

    Bloeiperiode:

      Juni, Juli, Augustus, September, Oktober

    Bijzonderheden:

      Gemakelijk te verzorgen, Goede snijbloem, Giftig

    Standplaats:

      Halfschaduw

    Grond:

      Humusrijk, Vochtig

    Hoogte tot:

      2 m

    Latijns/wetenschappelijke naam:

      Aconitum

    De standplaats van de Monnikskap

    Monnikskap soorten zijn afkomstig uit halfbeschaduwde, koele bossen in bergachtige gebieden. Aan de rand van houtige gewassen vindt monnikskap optimale condities. Een halfbeschaduwde border met licht vochtige grond biedt eveneens gunstige voorwaarden voor een weelderige groei.

    Onderhoud het jaar rond

    Voorjaar Zomer Najaar
    Vermeerder monnikskap door deling. Graaf ingewortelde planten op en snij de wortelstok met een scherp mes in stukken. De afzonderlijke delen direct weer inplanten. Gekochte jonge monnikskap kunt u planten zodra de grond niet meer bevroren is. Werk rond de planten wat hoornspaanders door de grond. Geef bij droogte regelmatig water en bedek de grond met mulch. Eveneens gunstige tijd om te planten en om oude planten te delen. Zuivere soorten kunt u nu zaaien. Snij voor het invallen van de vorst ingewortelde planten terug tot een handbreedte boven de grond.
    Tips bij het kopen Tips van de prof Licht en grond Problemen
    Koop in het vroege voor-of najaar krachtige planten met gezonde bladeren. Koop nooit zieke of oude planten, waarvan de wortels reeds uit het potgat groeien. Deze hebben doorgaans problemen bij het verplanten. Monnikskap heeft in alle delen zeer giftige alkaloïden. Bescherm uw huid en draag bij het verzorgen van de planten handschoenen. Als u jonge kinderen hebt, verdient het aanbeveling om van monnikskap af te zien. Halfschaduw. Monnikskap verdraagt geen felle middagzon, maar heeft wel wat zon nodig. Humus rijke, vochtige grond. Zandige grond kunt u het beste met leem verrijken. Daardoor houdt de grond het water beter vast. Zwarte bladluizen kunnen hun slag slaan als monnikskap op een droge plaats staat en daarnaast ook nog aan zon en wind is blootgesteld. Spoel de luizen met een scherpe straal water af en giet de planten regelmatig. Zorg vervolgens in het najaar voor een betere standplaats.