Vorige
Home » Klussen » Muren & wanden » Alles over behangen
Alles over behangen
Hoewel je inderdaad kunt zeggen dat behangen niet zo eenvoudig is als de vakman suggereert, is het nu ook weer niet zo heel moeilijk. Veel hangt af van het werken in de juiste volgorde zodat je problemen voorkomt in plaats van ze creëert. Voordat je begint kun je een aantal zaken regelen waardoor een en ander gemakkelijker wordt.
Voorbehandeling van de ondergrond
Net als bij al het overige decoratiewerk dient u het geheel zorgvuldig voor te bereiden.
- Bestaande wandbekleding moet worden afgestript en de wand moet worden kaal gemaakt en gerepareerd. Hoeveel tijd je daaraan besteedt hangt af van de dikte van het nieuwe materiaal, maar algemeen geldt hoe meer hoe beter -zelfs dik behang als rauhfaser kan niet alle oneffenheden verbergen
- Als de oude wandbekleding vinyl op een papieren drager is, controleer dan of deze goed vast zit – zo niet, strip hem dan af.
- Schuur wanden met glansverf met grof schuurpapier of staalwol voor een betere hechting.
- Op oud, erg poreus pleisterwerk gebruik je het best stijfsel, tenzij je de ondergrond al met een stabiliseermiddel hebt behandeld.
- Op geschilderde wanden gebruik je het plaksel verdund met drie of vier delen water.
- Op nieuw pleisterwerk moet het behangen worden uitgesteld tot de ondergrond volledig droog is – wat tot zes maanden kan duren. Geef het pleisterwerk in de tussentijd een coating van vier delen emulsieverf op een deel water: dat maakt de kamer leefbaarder en vormt later een goede ondergrond voor het plaksel.
Onderbehang kan worden aanbevolen door de fabrikant. Zo niet, dan is de keus aan jou – het betekent meer werk, maar geeft een mooier resultaat. De wandbekleding laat zich ook gemakkelijker aanbrengen, wat het risico van onvolkomenheden verkleint. Voorstrijken met stijfsel is op kaal pleisterwerk essentieel en in andere gevallen aan te bevelen, anders zuigt het plaksel te snel in de wand en gaat het papier blaren vertonen of loslaten.
Fittingen en leidingen
Alles wat op de muur vastzit met pluggen kan je beter verwijderen – hoe leger de wanden, hoe gemakkelijker ze zijn te behangen. Markeer de positie van muurpluggen met lucifers en laat die door het behang steken om de gaten aan te geven.
Contactdozen en schakelaars hoeven niet te worden verwijderd – meestal kun je ze losmaken en erachter behangen, maar schakel eerst de stroom uit.
Hoeveel rollen?
Standaard meten rollen behang 10 m x 530 mm, hoewel veel fabrikanten de rollen iets smaller maken: 10 m x 520 mm. Daarmee kunt u dus een oppervlak van ruim 5 m2 behangen. Maar pas op: de hoeveelheid rollen berekent u naar gelang het aantal banen dat u nodig heeft.
U wilt immers geen stukjes aan elkaar gaan plakken. Onderstaande tabel geeft aan hoeveel rollen u nodig heeft in relatie tot de omvang en de hoogte van de ruimte. In de tabel is al rekening gehouden met een overstek van 10 cm per baan, die u afsnijdt zodra u het behang op de muur plakt. Behang met een motief dat om een vaste afstand wordt herhaald, heeft meer snijafval. Aangezien we de vlakken van ramen en deuren meegerekend hebben, blijft er zeker genoeg behang over voor eventuele reparaties later.
Tip: koop liever een rol meer dan berekend. Behang is aan allerlei trends onderhevig en na verloop van tijd is uw behang niet meer te krijgen. Let bij aankoop ook op het nummer van het verfbad. Alleen bij identieke nummers weet u zeker dat kleuren precies gelijk zijn.
Voor elke maat rol kunt u in drie stappen uitrekenen hoeveel u nodig heeft:
- Bereken eerst hoeveel banen u kunt behangen met één rol – rollengte : plafond-hoogte (eventueel plus overstek) = aantal banen per rol.
Deze uitkomst moet u naar boven toe op een heel getal afronden, want u gaat geen baan uit reststukjes plakken. - Hoeveel banen heeft u nodig voor de ruimte? Voor een snelle schatting is het voldoende om als omtrek van de ruimte de volle breedte van de wanden te nemen, inclusief ramen en deuren – omtrek ruimte : rolbreedte = aantal banen.
- Hoeveel rollen behang heeft u nu nodig? Aantal banen (uitkomst van 2.): aantal banen per rol (uitkomst van 1.) = benodigd aantal rollen.
Plakmiddelen
Het is van belang de juiste lijmsoort te gebruiken, anders bestaat de kans dat al uw werk vergeefs zal blijken. U zult vóór het aanschaffen van de lijm eerst het behang moeten kiezen. Vraagt u bij twijfel gevallen advies aan de verkoper. Voor behang zijn er verschillende lijmsoorten in poedervorm, die met koud water moeten worden aangemaakt. Als regel geldt: hoe zwaarder en dikker het type behang, des te dikker ook de lijm moet zijn. Het is aan te raden vóór het aanbrengen van het behang de wand voor te strijken.
Speciaallijmen
Voor vinyl- en lichte papiersoorten is er, naast lijm in poedervorm, een serie kant-en-klaar lijmen verkrijgbaar. Voor vinyl en andere ondoorlaatbare materialen moet altijd een lijm met een ingebouwde fungicide (zwam- en schimmelwerend middel) voor zowel grond-papier als behang gebruikt worden. De fungicide is giftig – denk eraan na het werk uw handen goed te wassen.
De juiste inweektijd
Na het aanbrengen van de lijm moet deze – afhankelijk van het soort behang – een tijdje inwerken op de papieren dragerlaag, voordat u het op de muur plakt. Deze inweektijd moet voor alle banen even lang zijn. Smeert u daarom niet teveel banen tegelijk met lijm in, en begint u met de baan die u het eerst heeft ingesmeerd. Bij verschillende inweektijden verliest behang – op uitzonderingen na – zijn vormvastheid. Het gevolg: naden gaan openstaan, er ontstaan luchtbellen of het motief verschuift zelfs.
Optische trucs met kleuren en randen
Decoratieranden zijn qua kleur op het behang afgestemde stroken, die in de regel naderhand opgelijmd worden. In dit geval wordt het behang eerst baan voor baan geplakt tot aan het plafond. In een tweede stap plakt u dan de (decoratie-)rand eenvoudigweg op de gewenste hoogte op het behang.
De meeste behangfabrikanten bieden bij het behang harmoniërende randen aan. De keus is aan u om tot het plafond één enkel behang te gebruiken of boven de rand een ander behang in een bijpassende kleur te plakken. Dat is echter niet eenvoudig, omdat u de bijpassende banen zeer zorgvuldig moet afknippen.
Let bij het behangen ook op de volgende optische trucs: een muur lijkt lager als hij door een rand gedeeld wordt. Dat geldt trouwens voor de hele ruimte, als u boven de rand een donkerder behang (en plafond) kiest.
Wat is de patroonhoogte?
Behang met patronen wordt vaak gemeden, omdat het ‘lastig’ is. Maar vooral voor kinderkamers is er een grote keus aan behang met leuke patronen. Voor andere ruimtes geven we eerder de voorkeur aan rustig, egaal behang.
Patroonbehang heeft altijd motieven die na een bepaalde afstand worden herhaald. Dit noemen we de patroonafstand of rapport. Deze wordt net als de verspringing (zie symbolen) op het behang aangegeven. De getallen 65/32,5 op een rol behang geven aan dat de patroonafstand 65 cm is, en dat het patroon bij het plakken een halve lengte moet verspringen.
Deze verhouding is ook van belang bij het op maat snijden van de banen. Als op een nieuwe rol behang het motief waarmee u onder het plafond wilt beginnen, onvolledig is, heeft u meer verlies.
Nog meer informatie over behangen.
