Een schaaf is een gereedschap om hout op de juiste afmetingen en glad te maken. De oervorm van de schaaf (die al enkele duizenden jaren oud is) is nog altijd bewaard gebleven in de moderne soort: een ‘blok’ waarin een beitel is geplaatst. Hoewel de meeste schaven thans geheel van metaal gemaakt worden, bestaat de houten schaaf nog altijd. De meeste schaven hebben een zgn. ‘dubbele beitel’, te weten een schaaf- en een keerbeitel.
Het meest gebruikte type is de blokschaaf, tot ca. 25 cm lang; hij dient voor algemeen werk. Langere types zijn de voorloper (tot ca. 35 cm lang) en de rijschaaf, tot ca. 60 cm lang.
De schaven uit de hoogste kwaliteits klasse zijn uitgerust met precisie inrichtingen voor uiterst nauwkeurige beitel instelling. Speciaal voor de doe-het-zelver zijn de laatste tijd speciale schaaf types met verwisselbare beitels ontwikkeld; als de beitel (eigenlijk een mes) bot is, zet men eenvoudig een nieuw exemplaar in. Dit ondervangt het beitel slijp probleem.
Het kleine schaafje, dat met één hand bediend kan worden en dat een scheermesje als snijmes heeft, is eveneens zeer populair. Verder zijn er vele tientallen soorten speciale schaven; sommige ervan worden nog slechts weinig gebruikt. Ze werden wel een gewild verzamelobject. Hoewel dit voor alle gereedschap geldt, moet speciaal de schaaf met zorg worden behandeld en onderhouden; waak vooral tegen beschadiging van de scherpe snede van de beitel.
Tip: Met een schaaf kan ook een bepaalde vorm aan een voorwerp worden gegeven. Als u gaat schaven, moet u er voor zorgen dat u in de richting van de houtdraad werkt. Houd de schaaf goed vlak en beweeg met een krachtige beweging naar voren. Schaven met de hand kost wel de nodige spierarbeid en vergt bovendien enige ervaring en vakmanschap. Zorg ervoor dat de schaafbeitel goed scherp is. Een stalen soort is overigens gemakkelijker af te stellen en ligt prettiger in de hand dan een houten soort.