De bosanemoon is in West-Europa inheems in lichte bossen, onder struiken, maar ook aan de rand van weilanden en wordt tot de mooiste wilde bloemen gerekend. Als ze op de juiste plaatsen rustig kunnen groeien, breiden ze zich snel uit tot een dicht tapijt.

De planten ontwikkelen zich uit horizontale, weinig verdikte, bruine wortelstokken. Zoals alle delen van de planten, bevatten ook de wortels de giftige stof protoane monine, die huidirritaties veroorzaakt. Vroeger werd deze stof als pijlgif gebruikt. Het is daarom verstandig om bij alle werkzaamheden handschoenen te dragen.

De bladeren zijn drievoudig gedeeld, diep ingesneden en staan per drie stuks op lange, slanke stengels.

De bloemen van de zuivere soort bereiken een doorsnee van ongeveer 2 cm en komen afhankelijk van het weer, van maart tot mei op. Ze bestaan uit zes of meer crèmewitte bloemblaadjes en een hartje dat heldergele stuif-meeldraden laat zien. Aan de buitenkant hebben de schotelvormige bloemen een roze tot violette waas. De planten worden 10-20 cm hoog.

Er is een aantal rassen verkrijgbaar, waarvoor u bij speciale kwekerijen terecht kunt. ‘Alba Plena’ heeft kleine, gevulde, witte bloemen, ‘Robinsoniana’ enkelvoudige, maar grotere, zachtlila bloemen en ‘Rosea’ bloeit met kleine, enkelvoudige, zachtroze bloemen.