Het sortiment perzikbomen dat de tuinliefhebber ter beschikking staat, is groot. Niet alleen is er een flink aantal verschillende rassen, u kunt ook kiezen tussen bomen met en zonder kluit en bomen die in containers zijn opgekweekt. Bijna alle rassen zijn zelfbestuivend, zodat een tweede boom niet per se nodig is. Maar met een tweede stuifmeeldonor zal de oogst rijker zijn. Daarnaast kunt u kiezen voor perzikbomen op verschillende onderstammen.
Voor lichte gronden worden op perzik zaailingen geënte rassen aanbevolen. Voor zware, kleihoudende gronden kunt u beter een ras nemen dat op een onderstam van pruimen is geënt. Perzikbomen worden meestal aangeboden met laagblijvende stammen (stamhoogte 1 m) of als struikboom (stamhoogte 60 cm). U kunt ze ook kweken als leibomen aan de gevel van uw huis. Zeer geschikt daarvoor is de waaiervorm. Dwergrassen gedijen uitstekend in grote kuipen.
De standplaats moet met zorg worden gekozen, omdat de bomen vorstgevoelig zijn. Alleen op bijzonder beschutte plaatsen, zoals een zonnige binnenplaats, aan een stenen zuidgevel of in een kas, bent u er zeker van dat u een rijke oogst krijgt. De juiste wijze van snoeien is belangrijk. De eerste jaren zorgt u ervoor dat de boom een trechterkroon met drie hoofdtakken krijgt. Dragende bomen snoeit u twee keer per jaar terug: na de oogst verwijdert u afgedragen scheuten. In het voorjaar moet u alle vruchtdragende scheuten met ronde bloemen langwerpige bladknoppen op acht ogen terugsnoeien. Takken die alleen bloem- of bladknoppen dragen, kort u op twee ogen in.