Een bodemonderzoek tuin kan een goede hulp zijn bij het kiezen van de juiste planten. Veel planten stellen bijzondere eisen. Sommige geven de voorkeur aan licht zure grond, andere daarentegen, bijvoorbeeld lavendel, willen graag enigszins kalkhoudende grond.

Bodemonderzoek tuin

Een pH-test waarmee u de zuurgraad meet, kan u daarover uitsluitsel geven.Vele planten gedijen alleen bij een pH-waarde van 5,5 tot 7. Zijn er problemen, dan kan een test duidelijk maken waarom uw planten niet gedijen. Met behulp van een bodemonderzoek kan ook het voedselgehalte worden gecontroleerd. Stikstof, fosfor en kalium zijn voor de groei, bloei, kleur en vruchtzetting van de planten onontbeerlijk. Gebrek of overdosering schaadt.

Wilt u een exacte analyse van de grond, dan hebt u de mogelijkheid een grondmonster op te sturen. In ons land zijn er tal van laboratoria die zich ondermeer met grondonderzoek bezighouden en op verzoek en tegen betaling ook uw grondmonster analyseren. De resultaten laten meestal niet lang op zich wachten en gaan vergezeld van adviezen voor de verbetering van de situatie.

PH- en bezinktest
De meeste tuincentra hebben ook kleine testsets, waarmee u de pH-waarde en de belangrijkste voedingsstoffen in de grond kunt vaststellen.

Een bezinkseltest om de grondsoort te bepalen kunt u met eenvoudige middelen ook zelf uitvoeren. Doe in een wekglas ongeveer vijf eetlepels grond uit de bovenlaag. Vul het glas met water en roer goed door. Zand bezinkt snel, klei (zandkleurig) heeft meer tijd nodig. Humus(donkerbruin) houdt het water tot drie weken troebel.

Bodemonderzoek tuin

Bezinkseltest: humus (links), klei (midden), zand (rechts)

Het humusgehalte van de grond kunt u bepalen door de dikte van de bovenste, donkerbruine laag te meten. Steek een spade 30 cm diep in de grond en leg deze vrij: 5 cm humus is bevredigend, 10 cm is goed en 20 cm is zeer goed. De biologische activiteit van de grond kunt u aan het aantal wormen herkennen. Hoe meer regenwormen u vindt, des te hoger de natuurlijke vruchtbaarheid.

Een grondmonster nemen
Voor het nemen van grondmonsters moet u uitsluitend schoon gereedschap gebruiken, anders krijgt u onzuivere resultaten. Als u bijvoorbeeld de aarde in een emmer schept waarin kalk heeft gezeten, heeft de uitslag van de test geen enkele waarde voor u. Houd hier met name rekening mee als u het grondmonster naar een laboratorium wilt opsturen.

Er is special gereedschap voor het nemen van grondmonsters te koop, een soort van prikstok waarmee de grond omhoog haalt. Maar met een plantschopje lukt het ook.

      1. Graaf vijf 15-20 cm diepe testgaten op de te beplanten plaats. De uitgegraven grond hebt u niet nodig.
      2. Haal uit ieder testgat een 1 cm dikke laag aarde. Doe de aarde uit de testgaten in een emmer.
      3. Meng de grond goed door elkaar. Vul een plastic zak met 1/2 kilo van het mengsel. Stuur de gemerkte zak op.

 

De gunstigste tijd voor een grondonderzoek is het late najaar of het vroege voorjaar. U hebt dan tot het begin van het volgende tuinseizoen nog voldoende tijd om de grond te verbeteren.

Exacte gegevens verkrijgt u alleen als de grond droog en enigszins warm is. Onderzoek direct na langdurige of hevige regen is zinloos. De grond is dan door en door nat, wat tot verkeerde conclusies kan leiden. Ook gedeeltelijk nog bevroren grond kunt u beter niet (laten) onderzoeken.