Naast de bij tuinliefhebbers zeer bekende herfstasters zijn er ook nog andere, sierlijke, kleinbloemige najaarsasters, waarvan het oorspronkelijke karakter goed bewaard is gebleven. De rijkvertakte scheuten zijn bezaaid met kleine composietenbloemen in pasteltinten. De fijne bladeren onderstrepen de sierlijke verschijning.
Aster ericoides wordt ook wel sluieraster genoemd. De planten bloeien in september en oktober met minuscule, witte bloemhoofdjes die aan Gipskruid doen denken. Naast de witte ‘Schneetanne’/Brimstone’ en ‘Schneegitter’, zijn er ook pastelkleurige rassen. Voorbeelden zijn de lilaroze ‘Ringdove’ of de lichtviolette ‘Erlkönig’. Het Ras Tink Star’ bloeit felroze en ‘Blue Star’ heeft bloemen in een krachtige blauwe tint.
Aster cordifolius heeft bleekviolette bloemen met een geel midden. Een wat krachtigere tint heeft het lavendelblauwe ras ‘Ideal’ te bieden. Mooi zijn ook de lichtviolette ‘Blütenregen’ en de zilver violette ‘Silverspray’.
Aster pringlei ‘Monte Cassino’ bloeit rijk en wit tot in november, maar dit ras is helaas enigszins vorstgevoelig.
Eigenschappen
|
De standplaats van de Kleinbloemige najaarsasters
Kleinbloemige naj aarsasters kunnen in de tuin bijzonder veelzijdig worden toegepast. In een formeel aangelegde border zorgen ze voor speelse elementen tussen andere hoge, kleurrijke, najaars bloeiende vaste planten. De elegant groeiende, losse zoden komen echter ook goed uit als ze boven een tapijt van lagere planten uitsteken. In een natuurlijke tuin kunnen met deze asters prachtige, licht verwilderd uitziende herfst arrangementen ontstaan, vooral als u ze combineert met grassen en struiken in bonte najaarskleuren. Als snijbloemen zijn de sierlijke bloeiwijzen ideaal als opvulling voor bonte najaarsboeketten. Met name Aster cordifolius is voor dit doel bij bloemisten zeer populair.
Onderhoud het jaar rond
Voorjaar | Zomer | Najaar |
Gunstige plant tijd. Overwinterde asters mesten. Om de vier tot vijf jaar, als de planten vanuit het midden kaal worden, de planten delen. Kies dan bij voorkeur ook een nieuwe standplaats om aantastingen door aaltjes te voorkomen. | Kleinbloemige najaarsasters hebben bij aanhoudende droogte veel water nodig. De hoger wordende scheuten steunen. De grond met mulch bedekken. | Na de bloei de planten tot een handbreedte boven de grond terugsnijden. Dit voorkomt zelfuitzaaiing. Houders of stokken verwijderen. De wortelzone afdekken met compost of bladeren. |
Tips bij het kopen | Tips van de prof | Licht en grond | Problemen |
Koop in het voorjaar jonge, krachtige planten in potten. Neem planten met donkergroene, gezonde bladeren. Koop nooit verwelkte planten. Neem ook geen exemplaren met bladeren die door meeldauw zijn aangetast. | Op plaatsen in de wind moet u de asters ondersteunen met stokken of speciale houders. In het voorjaar de asters bemesten met compost of een kalkrijke volledige meststof. Bij te veel stikstof bloeien de planten minder rijk. | Zon. Deze asters houden van zon en warmte, maar niet van een hete en droge standplaats. Doorlatende, voedselrijke grond, die geen overtollig water rond de wortels vasthoudt. Verbeter zandgrond met veel compost | Als de asters door bladaaltjes zijn aangetast, zijn op de bladeren geelbruine vlekken te zien. De bladeren verdrogen en vallen af. Aangetaste planten vernietigen, niet composteren. Op deze plaats geen asters meer planten en de grond ontsmetten met een geschikt groen bemestingsmengsel. |