Voor een lamp ophangen lamp haalt natuurlijk bijna niemand de installateur in huis. Het is een eenvoudig karweitje, waarbij u echter wel op enkele dingen moet letten. In de eerste plaats mag geen enkele lamp met zijn gewicht regelrecht aan de bevestiging van het aansluitsnoer hangen.
Plafondlampen met een groot gewicht zijn vaak voorzien van een ophangketting, die aan de bovenkant wordt vastgemaakt aan de haak die in het deksel van de moderne centraaldoos is aangebracht. Is zo’n haak er niet, dan moet een haak in het plafond worden aangebracht. Lampen van geringer gewicht worden aan hun aansluitsnoer opgehangen maar (zoals gezegd) zodanig dat hun gewicht niet aan de bevestiging in het kroonsteentje trekt.
Het kroonsteentje in de centraaldoos vormt de verbinding tussen de in die doos eindigende installatiedraden (zwart en blauw) en het aansluitsnoer van de lamp. Het aansluitsnoer wordt eerst door een ophangplaatje gevoerd, daarin zitten drie gaten waarvan er twee voor het snoer worden gebruikt. Het andere gat dient om het plaatje aan de ophanghaak van het centraaldoosdeksel te bevestigen. Het gewicht van de lamp ‘hangt’ dus wel aan het snoer, maar de verbinding in het kroonsteentje wordt door het ophanghaakje ontlast.
Monteer eerst alle onderdelen van de lamp (behalve de gloeilamp zelf), maak het snoer op maat en hang de lamp op. Pas wanneer alles naar wens zit, schroeft u de gloeilamp in de lamphouder.