Bij aardbeien wordt onderscheid gemaakt tussen drie groepen: eenmaaldragende, doordragende en bosaardbeien.
Eenmaaldragende aardbeien bloeien wit in het vroege voorjaar en brengen van het late voorjaar tot de vroege zomer talrijke vruchten voort. In streken met een mild klimaat is nog een kleine oogst in het vroege najaar mogelijk.
Doordragende rassen bloeien en dragen van het voorjaar tot het najaar. De opbrengst per keer is gering, maar de totale opbrengst is groot. De planten maken zelfs nieuwe bloemen en vruchten als eerdere al bevroren zijn. Daardoor zijn ze ook geschikt voor streken met een minder warm klimaat.
Bosaardbeien dragen van het voorjaar tot het najaar kleine, zeer aromatische vruchten. Ze gedijen in de halfschaduw en ook in potten.
Eigenschappen
Bloeiperiode:Bijzonderheden:
Standplaats:
Grond:
Hoogte tot:
Latijns/wetenschappelijke naam:
|
Eenmaaldragende rassen
- Bogota: Late rijping; grote, vaste, zoetzuur smakende vruchten; niet veeleisend.
- Elvira: Vroege rijping; grote, intensgekleurde vruchten met goed aroma; niet veeleisend.
- Senga Sengana: Middelvroege rijping; grote, donkerrode, vaste, aromatische vruchten; geschikt om in te vriezen.
Doordragende rassen
- Calypso: Intens rode, zoetzuur smakende vruchten; niet veeleisend; niet overal verkrijgbaar.
- Ostara: Grote, zeer aromatische vruchten; vrij ongevoelig voor ziekten; geschikt om in te vriezen.
- Rapella: Grote, vaste vruchten; maakt weinig uitlopers; vrij ongevoelig voor ziekten.
- Mara des Bois: Middelgrote, purperrode, zoete vruchten met het aroma van bosaardbeien; niet veeleisend.
- Hummi Gento: Intens rode, zeer aromatische vruchten; niet veeleisend; zeer hoge opbrengst.
Bosaardbeien rassen
- Alexandria: Dieprode, zeer aromatische vruchten; compacte planten; ook geschikt voor kuipen.
- Baron von Solemacher: Kleine, gele of rode vruchten; minder sterke smaak; krachtige groeier.
- Ruegen: Kleine, zeer aromatische vruchten; hoge opbrengst; niet veeleisend.
- Sweetheart: Middelgrote, zeer zoete, aromatische vruchten; oogst tot de eerste vorst.
Voordelig
De moederplanten vormen afleggers, waaraan zich nieuwe plantjes ontwikkelen. Op bosaardbeien na, maken alle rassen uitlopers. Als deze 40 cm lang zijn, kunt u krachtige afleggers op een onderlinge afstand van 15-20 cm met krammetjes in de grond vastmaken en met een 1 cm dikke laag grond bedekken. Pas als de plantjes wortels hebben gemaakt (na 4-6 weken), mogen ze los van de moederplant.
Onderhoud het jaar rond
Voorjaar | Zomer | Najaar |
Aardbeiplanten in de al wat warmere grond planten. Pluk de rijpe vruchten dagelijks. Overrijpe vruchten rotten aan de planten. | Laat aan iedere plant twee sterke uitlopers zitten. De overige snijdt u af. | Dek de aardbeiplanten af met onkruidvrij stro. |
Tips bij het kopen | Tips van de prof | Licht en grond | Problemen |
Koop alleen planten met goed ontwikkelde wortels. Koop geen uitgedroogde planten of planten met korte, broze of rood gestreepte wortels. Let er ook op dat de wortels niet door groene schimmels of zwarte vlekken zijn aangetast. | Bedek het bed voor het planten met landbouwfolie, zodat het vochtig en vrij van onkruid blijft. Snij er gaten in voor de planten. Als u de uitlopers verwijdert, krijgt u weliswaar grotere vruchten, maar de totale opbrengst zal wat lager zijn | Volle zon voor eenmaal en doordragende soorten. Bosaardbeien gedijen ook in de halfschaduw. Losse, fijn kruimelige grond. Aardbeien houden van iedere gezonde grondsoort. Bij zware grond maakt u een apart heuvelbed. | Rode wortelrot is een schimmelinfectie, die leidt tot rottende wortels, verwelkende bladeren en afstervende planten. Verwijder en vernietig aangetaste planten. Geef gezonde planten in ieder geval een andere plaats. |