Een lichtschakelaar vervangen door dimmer, er zijn dimmers voor 230V, en weer andere voor halogeenlampen. De laatste kunnen ook worden gebruikt voor 230V, maar het omgekeerde kan niet. Verder zijn er standaarduitvoeringen en elektronische dimmers; voor doe-het-zelvers zijn alleen de standaarduitvoeringen aan te bevelen, omdat ze makkelijker te installeren zijn.
Let er bij de aanschaf van een dimmer op, dat het uiterlijk ervan bij de andere schakelaars past. Eventueel kunt u er een passende lijst bij kopen. Vervang alleen een schakelaar als het de enige is waarmee de betreffende lamp wordt bediend. Bij zogenaamde wisselschakelaars is de installatie veel ingewikkelder en is meer kennis van zaken vereist. Houd u aan de veiligheidsregels voor het omgaan met elektriciteit, Veilig werken met elektriciteit. Lees de handleiding voor de installatie zorgvuldig en begin pas als u die goed hebt begrepen en precies weet wat u doen moet.
Schakel voor u begint de spanning uit. Doe een lamp aan met schakelaar die u gaat vervangen en schakel vervolgens in de meterkast de bijbehorende groep uit. De lamp mag dan niet meer branden. Verwijder de behuizing van de schakelaar. Links en rechts van de eigenlijke schakelaar zitten enigszins verzonken twee montageschroeven met gleufkop. Draai die beurtelings met een passende schroevendraaier een klein stukje los, tot de schakelaar loskomt. Bij muren van gipsplaat moeten ook nog een schroefje midden boven en eentje midden onder worden losgedraaid.
Trek de schakelaar uit de muur. Hij hangt nu nog aan twee draden. De ene is de fasedraad (Bruin), die de spanning aanvoert, de andere is de schakeldraad (Zwart) en gaat naar de lamp. Kijk eens goed naar de aansluitingen. Bij de meeste schakelaars is met pijlen aangegeven of het om de ingang (pijl wijst naar binnen) of de uitgang gaat (pijl wijst naar buiten).
Op de nieuwe dimmer ziet u dezelfde of soortgelijke symbolen. Houd daarmee rekening als u de draden losmaakt van de schakelaar en aan de dimmer bevestigt. Bij oudere schakelaars zijn de draden met schroefjes vastgezet, bij moderne zijn ze geklemd. U kunt ze loshalen of insteken door op het palletje te drukken; dat kan vrij zwaar gaan. Steek de draden zo diep in de opening dat er geen ongeïsoleerde draad meer zichtbaar is. Test door een stevige ruk of het snoer goed vastzit.
Plaats nu de dimmer in de wanddoos. Neem eerst de afdekplaat van de dimmer af en draai de montageschroeven links en rechts een flink stuk los, maar niet helemaal. Dan de dimmer in de doos plaatsen en goed recht zetten. Druk tegen de dimmer en draai de schroeven beurtelings vast. Bij gipsplaatmuren moet de dimmer in plaats daarvan (of bovendien) met schroeven boven en onder worden vastgezet. Als de dimmer vastzit, wordt de lijst en daarna de afdekplaat aangebracht. Ten slotte drukt u de draaiknop voor de diminstelling op zijn plaats.
Stel nu de groep weer in werking. Controleer of de dimmer werkt zoals het moet.